Fietsen langs de Costa dei Trabocchi

Costa dei Trabocchi

Eén van de typische bezienswaardigheden langs de kustlijn van de regio Abruzzo dat zijn de trabocchi, indrukwekkende, ranke houten constructies die vanop het vasteland tientallen meter ver de zee inreiken en van waarop met grote schepnetten vis werd gevangen. De Italiaanse dichter Gabriele d’Annunzio omschreef ze als ‘kolossale spinnen’. En inderdaad, zo zien ze er wel uit met hun lange houten armen waartussen vissersnetten zijn gespannen.  

Over de oorsprong van de trabocchi is weinig met zekerheid geweten. De oudste gedocumenteerde vermeldingen dateren uit de 18de eeuw, maar volgens sommige historici zou de techniek om vanop houten constructies in zee vis te vangen al van veel vroeger dateren.

Hoewel trabocchi langs een groot deel van de Adriatische kustlijn worden aangetroffen, van Chioggia in de Veneto tot Vieste in de Gargano (het noorden van Puglia), zijn ze vooral  tussen Ortona en Vasto in de regio Abruzzo geconcentreerd. Dit gebied van zo’n 40 kilometer lang wordt dan ook de Costa dei Trabocchi genoemd. Het feit dat trabocchi vooral hier voorkomen, heeft wellicht te maken met de grillige en rotsachtige kust die het voor vissers moeilijk maakte om vanop land met boten de zee op te trekken. Landbouwers die op het vaste land gewassen kweekten, zagen in de trabocchi een mogelijkheid om toch op een veilige manier aan vis te geraken en om hun dieet én hun inkomsten te diversifiëren. 

Als je met de wagen de kustweg neemt van Ortona tot Vasto kan je af en toe een glimp opvangen van een trabocco. Het is echter op de smalle kustweg vrijwel onmogelijk om even langs de kant van de weg te gaan staan om een foto te nemen. Veruit de beste manier om ze van dichtbij te zien is om een fietstocht te maken langs de Via Verde, een uniek fiets- en wandelpad van (momenteel) 42 kilometer lang dat begint even ten noorden van Ortona en helemaal doorloopt tot San Salvo (nabij Vasto). De Via Verde volgt het parcours van een oude spoorlijn die buiten gebruik werd gesteld omdat ze onstabiel was geworden door erosie, veroorzaakt door de beukende golven van de vlakbij gelegen zee.  

Wij kozen voor een fietstocht van een goede 20 km, onder leiding van een gids. We boekten de tocht via de organisatie ‘Il Bosso’, die verschillende excursies en activiteiten organiseert in de regio.

Ter hoogte van het Lido Saraceni, net naast de haven van Ortona, nemen we de fietsen in ontvangst en maken we kennis met onze gids Riccardo. We zijn de enige deelnemers die dag en krijgen dus een privé-excursie.

We trappen zuidwaarts, richting San Vito Chietino. Al vrij snel bereiken we een oude treintunnel. Voor we die binnenrijden zien we rechts tegen de wand enkele mooie muurschilderingen, waaronder twee van streetartist Millo, pseudoniem van Francesco Camillo Giorgino. Het tweeluik, waarin klaprozen een hoofdrol spelen, heeft als titel ‘Dalle radici al fiore’ (Van de wortels tot de bloem).

Bij het buitenrijden van de tunnel zien we algauw een eerste trabocco verschijnen. Trabocco Mucchiola is meer dan driehonderd jaar oud en geeft volgens Riccardo een getrouw beeld van hoe de originele trabocchi er moeten hebben uitgezien. Deze waren relatief klein en louter functioneel: ze dienden om te vissen. Een kleine, overdekte hut op het houten platform volstond om wat beschutting te bieden en om materiaal in onder te brengen. Riccardo vertelt ons dat we verderop grotere exemplaren zullen zien, die werden uitgebreid en omgebouwd tot visrestaurant. Ook Mucchiola is ondertussen een restaurant geworden, maar zonder drastische ingrepen aan de originele structuur van een trabocco.  

Traditioneel werden de trabocchi gebouwd met het hout van de mediterrane pijnboom (pinus halappensis). Later werd gaandeweg ook hout van de acaciaboom gebruikt. De stevige houten palen werden tussen de rotsen in de zeebodem geslagen. Onze gids Riccado wijst ons erop dat na het opbreken van de oude spoorlijn heel wat van de metalen sporen werden gebruikt om de verankering van de houten palen in de rotsen nog verder te verstevigen.  

We zetten onze fietstocht verder en bij het naderen van San Vito Chietino zien we twee grotere trabocchi, San Giacomo en Vento di Scirocco. Beide trabocchi, waarin restaurants gevestigd zijn, liggen aangebouwd tegen een betonnen havenmuur die in de zee uitsteekt. Hier geen lange houten loopbruggen vanop de rotsige kust, maar enkel eenvoudige loopplanken.

We fietsen langs het oude, in onbruik geraakte treinstation van San Vito Chietino en rijden verder in de richting van Fossacesia. Algauw duikt Trabocco Punta Fornace op. Riccardo vertelt ons dat heel wat trabocchi ‘Punta’ in hun naam dragen. Dat komt omdat ze doorgaans gebouwd werden op uitstekende rotspunten die al een eind in zee reikten, waardoor er dus meer vis te vangen viel.

Even verderop zien we Trabocco Turchino liggen. Deze is beroemd omdat hij werd bezongen door de populaire Italiaanse dichter Gabriele d’Annunzio die zich hier vlakbij in de zomer van 1889 twee maanden lang terugtrok in een huisje om te schrijven… en om bij zijn minnares Barbara Leoni te zijn. De toegang tot deze trabocco bevindt zich op de rots die zich boven de tunnel bevindt waar we onderdoor fietsen.

De komende kilometers volgen de trabocchi elkaar snel op: Caravaggio, Lupone, Valle Grotte, Punta Tufana, Sasso della Cajana, Punta Isolata

We rijden nog even door tot Traboccho Punta Torre op het grondgebied van Fossacesia. Deze trabocco is één van de weinige die niet omgebouwd is tot een restaurant. We hebben geluk, want de eigenaar van de trabocco – een kennis van Riccardo – is aanwezig en nodigt ons uit om een kijkje te komen nemen.

Via een lange houten loopbrug bereiken we het brede platform dat op houten palen rust, enkele meter boven de zachtjes klotsende golven. Op het uiteinde steken langs drie zijden houten palen als reusachtige grijparmen de lucht in. Ertussen zijn grote visnetten gespannen. Deze kunnen aan de hand van een houten draailier op en neer gelaten worden.

Voor Riccardo is het moment aangebroken om uit te leggen hoe vanop deze gigantische structuren vis werd gevangen. Eerst werden de netten neergelaten tot onder het wateroppervlak. In het midden van de netten werd vervolgens broodkruim op het wateroppervlak gegooid. Hierdoor aangetrokken zwommen vissen tot boven het net. Als de visser vanop het platform zag dat er een voldoende groot aantal vissen tot boven het net was gezwommen, werden snel de netten omhooggehaald en werd de vis boven het platform uitgestort. De netten aan de zijkant van het platform voorkwamen dat de vissen terug de zee inspartelden.

Riccardo voegt eraan toe dat bij een goede vangst een witte vlag werd gehesen boven de trabocco. Voor de vrouwen op het vasteland was dat het signaal dat ze zich mochten klaarhouden om met de vangst van de dag naar de markt te trekken.

Gewapend met deze interessante informatie maken we rechtsomkeer en fietsen we terug naar Ortona. Onderweg houden we nog af en toe even halt om nog enkele foto’s te maken van deze unieke, zwevende bouwwerken. Voor we Ortona terug binnenrijden, stappen we nog even van de fiets bij Trabocco Mucchiola. Daar genieten we, twee meter boven de golven, van een deugddoend glas sprankelende wijn en lekkere hapjes op basis van verse vis. Het enthousiaste team van Mucchiola zorgt voor de perfecte afsluiter van een unieke fietstocht langs een bijzonder stukje kust.  

Praktisch: de gegidste fietstocht langs de Costa dei Trabocchi kan je boeken via de website van ‘Il Bosso’. Zoek naar de activiteit ‘In bici sulla via verde’. Je vindt er ook tal van andere activiteiten om de Abruzzo beter te leren kennen.   


Colophon PIC

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties