In augustus 2018 ging Elien Loobuyck samen met een vriendin een nieuwe uitdaging aan: een achtdaagse trektocht in de heuvels van Umbrië, langs het traject van de Via di Francesco, de oude pelgrimsweg naar Assisi. In drie afleveringen brengt Elien als gastblogger hier het verslag van een onvergetelijke ervaring. Vandaag deel 2: van Spoleto naar Poreta.
“Neem geen medicijnen, maar ga op reis”
Na een bezoekje aan de supermarkt van Spoleto ontmoeten we Paolo, een gepensioneerde Italiaan, in de binnentuin van ons verblijf.
Groot van gestalte, een lichtblauwe T-shirt, een bleke broek, korte grijze haren, een loense blik. Paolo is in het gezelschap van twee Filipijnse zusters. Eén van de zusters stelt ons, de twee 18-jarige (?) Belgische meisjes – oei, zien we er dan zooo jong uit?? –, aan Paolo voor. Hij is blij om nieuwe mensen te ontmoeten en om ons zijn verhaal te vertellen. “Ik ben blind geworden door een ziekte”, leg hij het probleem aan zijn ogen uit. “Toen ik 25 jaar was, zag ik nog vrij goed. Ik sprak meerdere talen en was actief als reisbegeleider in Frankrijk en Engeland.” Dat hij vloeiend meerdere talen spreekt, kunnen we bevestigen. Terwijl hij vertelt, gaat hij onbewust over van het Italiaans naar het Frans en Engels. “Ik heb veel en graag gereisd… Maar twee jaar geleden verloor ik mijn Filipijnse vrouw…”, vervolgt hij verdrietig. “Ik ben een jaar in de Filipijnen gebleven en in een zware depressie beland.” “En nu bent u terug in Italië?”, vraag ik. “Na een jaar besloot ik terug te keren naar mijn familie in Italië. Daar veranderde alles toen een vriend, een neuroloog, me zei: ‘Neem geen medicatie. Voor je huwelijk en tijdens je huwelijk heb je gereisd: doe het nu ook na je huwelijk.’” Paolo glimlacht. “Zo ben ik terug beginnen reizen en ik werk nu vrijwillig als vertaler-tolk.” “Een korte, welgemeende raad bracht terug perspectief en zin in uw leven”, vat ik samen. “Dat is heel juist”, antwoordt hij. “En misschien komt er ook wel nog terug een vrouw op mijn weg…?”, stelt hij hoopvol. We wensen het hem toe en geven hem een knuffel, blij dat hij terug met een glimlach naar de toekomst kan kijken. “Grazie per l’affetto, dank voor de genegenheid”, roept hij ons nog met een stralend gezicht na.
“Ik ben heel gelukkig”
In Poreta komen we terecht in A Casa di Francesco, waar we, samen met een koppel festivalgangers, in een goedkoop appartementje de nacht kunnen doorbrengen. Aan het verblijf is een klein, gezellig winkeltje verbonden.
Daar ontmoeten we Rosabella. Grijze krullen, een zachte, afwezige blik, een blos op de wangen, eerder klein, met een middellang kleed aan. De 70-jarige kassierster geeft ons tips over eten dat we kunnen meenemen op onze tocht. Een paar uur later komt ze ons appartementje binnen en vraagt of ze wat warme melk voor ons kan zetten. Ik bevestig en bedank haar voor haar vriendelijkheid en gastvrijheid. “Dat is normaal”, zegt ze. “Het komt vanuit mijn hart. Veel mensen weten niet wat het is om rond te trekken: jullie zijn moe en moeten je voortdurend aanpassen aan nieuwe slaapplaatsen en aan andere eetgewoonten. Dat is niet evident!” Ze weet blijkbaar heel goed met welke moeilijkheden we geconfronteerd worden. “Ik ben heel gelukkig”, gooit ze onverwachts het gesprek om. Het is vreemd als iemand dit met zoveel overtuiging zegt. “Hoe komt het dat je zo gelukkig bent?”, vraag ik. “Omdat ik leef”, klinkt het eenvoudig. “Het leven is prachtig”, legt ze uit. “Elke dag ben ik dankbaar dat ik mag opstaan, omringd mag zijn door de natuur, dieren en bloemen.” Ze zwijgt even en kijkt verdrietig voor zich uit. “Weet je, ik ben tweemaal geopereerd aan kanker…” Ze neemt even tijd om het zweet af te vegen op haar gezicht. Of zijn het tranen? Haar ziekte heeft haar dankbaarheid voor het leven doen toenemen. Ik realiseer me dat de gelukkigste mensen niet altijd de grootste geluksvogels zijn maar diegene die geleerd hebben om dankbaar te zijn om kleine dingen. “Ik ben gelukkig maar sleep wel een groot verdriet mee”, vervolgt de bejaarde vrouw. “30 jaar heb ik met hem geleefd maar nu is hij er niet meer.” Spreekt ze over haar man? “Iedere dag ging ik met hem wandelen. Hij was jaloers wanneer ik met een voorbijganger praatte en liet dan boos zijn hoorns zien.” Begrijp ik haar goed? “Ik mis mijn geit heel erg…” Mijn vriendin, die het Italiaanse gesprek probeert te volgen, kijkt me verbaasd aan. “Was haar grote liefde … een geit?” “Ja…”, knik ik, even onder de indruk als zij. “Die grote liefde voor dieren had ik al van kinds af”, probeert ze de vreemde situatie uit te leggen. “Ik ben al zeker door 12 journalisten geïnterviewd”, verandert ze weer van onderwerp. “Twaalf?! Waarom tonen journalisten zoveel interesse in jou?”, vraag ik geïnteresseerd. “Omdat ik eenvoudig ben”, antwoordt ze. Eenvoudig is ze zonder twijfel. Een beetje vreemd ook. Maar ook wel heel liefdevol. “Je bent een mooi persoon”, zeg ik haar. “Dank je”, antwoordt ze verlegen en draait zich om. “Ciao”, fluistert ze ons nog toe terwijl ze haar winkeltje terug opzoekt.
***
Ciao tutti! Ik ben Elien, 29 jaar, leerkracht godsdienst – Frans. Ik hou van lezen, schrijven, bewegen (zo af en toe is goed, zegt men), zingen en ontdekken. Als je me op deze blog terugvindt, hou ik natuurlijk ook van … Italië! Na mijn eindejaarsreis (naar Rome, Venetië, Firenze, Pompeï, Napels en Orvieto), wist ik het zeker: Italië heeft een prachtige taal, een adembenemende natuur, een ongelofelijke geschiedenis en een indrukwekkende cultuur. Ik besliste om Italiaanse Taal- en Letterkunde te gaan studeren, studies die ik met heel veel plezier en interesse heb doorlopen. Ik neem jullie graag mee op sleeptocht doorheen Italiaanse vergezichten en ontmoetingen. Venite?
Reacties