Ortigia, het historische hart van Syracuse

Syracuse Ortigia

Ortigia is de naam van het kleine eilandje waar in 734 v. Chr. Griekse kolonisten uit Korinthe een nederzetting bouwden die algauw zou uitgroeien tot de gevreesde en machtige stad Syracuse. Ook al zou de stad snel uitbreiden op het vasteland, het kleine eiland zou door de eeuwen heen altijd het historische hart van de stad blijven. Vandaag is Ortigia een bruisende stadswijk waar brede wandelboulevards, fraaie pleinen en gezellige steegjes een uniek stedelijk weefsel vormen, omgeven door de zilte zee. De beste manier om Ortigia te ontdekken is de stad in te duiken en jezelf al wandelend te verliezen in het labyrint van straten die vroeg of laat altijd wel zullen uitlopen op de zee die het langgerekte eiland omsluit. Onderweg word je getrakteerd op barokke stadspaleizen, prachtige kerken, klaterende fonteinen, gezellige terrasjes, authentieke winkels en nog veel meer. We zetten in dit artikel alvast 15 niet te missen bezienswaardigheden in Ortigia op een rijtje.

Het standbeeld van Archimedes

Tussen de twee bruggen die het vasteland met Ortigia verbinden, worden we verwelkomd door de bekendste inwoner van Syracuse: de geniale Griekse wiskundige Archimedes (287-212 v. Chr.). Hij was de bedenker van het wiskundige getal ‘pi’ en uitvinder van tal van instrumenten die zowel in de landbouw, de architectuur en de militaire oorlogsvoering voor ongeziene doorbraken zorgden. Archimedes wordt afgebeeld met één van zijn uitvindingen in de hand: een holle spiegel die het zonlicht opvangt en terugkaatst in een gebundelde straal die zo krachtig is dat ze vanop afstand houten schepen in brand kon steken. Die uitvinding bleek van groot belang te zijn geweest bij de verdediging van de stad tegen Romeinse schepen die in 214 v. Chr. Syracuse aanvielen. Op het voetstuk rond het beeld zijn door middel van symbolen ook andere belangrijke ontdekkingen van de briljante Griek weergegeven.

De Tempel van Apollo

Bij het binnenkomen van Ortigia stoot je vrijwel meteen op de resten van een oude Dorische tempel uit de 6de eeuw v. Chr. Hij bevindt zich in een grote open ruimte enkele meter onder het huidige straatoppervlak. De tempel was gewijd aan Apollo. In latere tijden werd hij meermaals verbouwd, eerst tot een Byzantijnse kerk, later tot een Arabische moskee en onder de Normandische koningen opnieuw tot kerk. Vandaag kan je nog enkele van de eeuwenoude Dorische zuilen rechtop zien staan. Ook een deel van de muur die het tempelcomplex afschermde is nog bewaard.

Mercato

In de straatjes aan de noordzijde van de Tempel van Apollo vindt elke morgen een markt plaats waar handelaars met luide stem hun koopwaar aanprijzen. Je vindt er vooral groenten en fruit, geurige specerijen en verse vis. Tussen de kraampjes door vind je ook eettentjes waar je pane cunzatu en ander streetfood kan kopen. Ideaal voor een hapje tussendoor of een snelle lunch. Op de Piazza Pancali kan je ook de hele dag door terecht voor allerlei souvenirs zoals aardewerken schotels en kommen, kleurrijke stoffen, handtassen, keramiek,…

Fontana di Diana

Op het einde van de stijlvolle winkelstraat Corso Matteotti, midden op de Piazza Archimede, klatert het water uit de mooie Fontana di Diana. Centraal in deze fontein uit 1907 staat de godin Diana (of Artemis zoals ze door de Grieken werd genoemd). Ze is de godin van de maan en de jacht en wordt, zoals ook hier, vaak afgebeeld met een maansikkel op het hoofd en met pijl en boog. Hier heeft Diana ook een hond als attribuut, opnieuw een verwijzing naar de jacht. Aan haar voeten zien we de nimf Arethusa die, met de hulp van de godin Diana, op het punt staat te veranderen in een waterbron om te ontsnappen aan haar belager Alpheus die smoorverliefd op haar was geworden nadat hij haar naakt had zien baden. Alpheus kijkt verbijsterd toe hoe zijn geliefde hem ontglipt. In het bassin zien we ook nog paarden en zeemonsters die bereden worden door tritonen. Bijzonder mooi is het beeld van de geschubde zeeslang met een zeemeermin en een klein kind op haar rug.       

Via Cavour

Parallel met de brede Corso Matteotti loopt de smalle Via Cavour waar de hele dag door een gezellige drukte heerst. Wie op zoek is naar leuke en originele spulletjes zal hier zeker zijn gading vinden in de vele winkeltjes met juwelen, kledij, keramiek, designvoorwerpen en delicatessen uit de Siciliaanse keuken.  Kortom : een paradijs voor shoppers. Ook aan bars, ijssalons en restaurants ontbreekt het hier niet. 

Piazza Duomo

De Via Cavour mondt uit op de betoverend mooie Piazza Duomo, het elegante salon van de stad. Het boogvormige plein wordt aan beide zijden omringd door monumentale gebouwen. Als je het plein oploopt vanuit de Via Cavour wandel je eerst voorbij het majestueuze Palazzo Beneventano (rechts) en het Palazzo Vermexio (links), ook wel bekend onder de naam Palazzo del Senato omdat hier vroeger de stedelijke senaat zetelde. Tegenwoordig biedt het onderdak aan de burgemeester en de stedelijke administratie. Het plein wordt gedomineerd door de 18de eeuwse duomo (zie verder). Rechts van de duomo loopt het aartsbisschoppelijk paleis verder langs de vrijwel volledige lengte van het plein. Op het zuidelijke uiteinde van het plein zien we de Chiesa di Santa Lucia alla Badia (zie verder).

Duomo

De Duomo van Syracuse heeft een rijke geschiedenis. Ooit stond hier een Griekse tempel, gewijd aan Athena. De Arabische bezetters bouwden de tempel om tot een moskee, die later weer door de Noormannen tot een kerk werd verbouwd. Na de verwoestende aardbeving in 1693 werd de Normandische kerk helemaal herbouwd in barokstijl. Opvallend is dat door de eeuwen heen, de hoge Dorische zuilen van de oorspronkelijke Griekse tempel altijd zijn gebleven. Je kan ze zien vanop de Piazza Artemide, links van de kerk en ook binnen in de kerk waar ze ingewerkt zijn in de wanden. Aan die zuilen dankt de kerk ook haar naam: de Santa Maria delle Colonne.

De brede trap die naar de kerk leidt, wordt geflankeerd door beelden van Sint-Petrus en Sint-Paulus van de hand van de Palermitaanse beeldhouwer Ignazio Marabitti. Hij maakte ook de beelden van San Marciano, de eerste bisschop van Syracuse en van Santa Lucia die bovenop de hoge zuilen prijken links en rechts van de façade.

In de rechterzijbeuk van de duomo bevindt zich de kapel van Santa Lucia, de populaire patroonheilige van de stad. In een zilveren schrijn worden haar relieken bewaard.  Achteraan in de kerk bevindt zich een kleine tentoonstellingsruimte waarin, naast oude afbeeldingen van Santa Lucia ook een kleed en een paar schoenen van de heilige worden bewaard.

Chiesa di Santa Lucia alla Badia

Op de hoek aan de oostzijde van de Piazza Duomo staat nog een andere kerk, de Santa Lucia alla Badia. Ze dateert net als het aangrenzende klooster uit de 15de eeuw, maar ook deze kerk werd in 18de eeuwse barokstijl  herbouwd. De kerk, die tegenwoordig als tentoonstellingsruimte wordt gebruikt, werd gebouwd op de plaats waar Santa Lucia volgens de overlevering gedwongen werd zich te prostitueren, iets wat ze weigerde. Die weigering zou haar het leven kosten en haar tot martelares maken.

De voorgevel is bijzonder omdat hij over de hele lengte voorzien is van een smeedijzeren balkon. Vanop dit balkon konden de kloosterzusters de religieuze processies volgen die door de stad trokken. Op de voorgevel zijn ook de symbolen te zien van het martelaarschap van Santa Lucia: een zuil, een zwaard, een kroon en een palm.

Binnenin de kerk is het gewelf versierd met fresco’s die scènes voorstellen uit het heiligenleven van Santa Lucia. Vooraan in de kerk hangt een schilderij dat haar martelaarschap illustreert.

Fonte Aretusa

Mythisch en idyllisch, beide woorden zijn absoluut van toepassing op de Fonte Aretusa, de zoetwaterbron die al sinds mensenheugenis opborrelt in het hart van het eilandje Ortigia, op enkele meter van de zee. Het was deze bron die de Griekse kolonisten uit Korinthe deed besluiten om zich hier in 734 v. Chr. te vestigen. Omdat het vreemd was een zoetwaterbron te vinden zo dicht bij de zee werd een verklaring gezocht (en uiteraard gevonden) in de Griekse mythologie. De Griekse nimf Arethusa werd achternagezeten door de hopeloos verliefde riviergod Alpheus. Om aan haar belager te ontsnappen dook ze onder in zee en kwam terug aan land in Ortigia. Daar werd ze door de godin Artemis veranderd in een bron. De sluwe Alpheus kwam haar echter op het spoor en liet zijn rivierwater onder de zee doorstromen om ook in Ortigia op te duiken en zich daar voor eeuwig te vermengen met zijn geliefde. Vandaag is de bron een idyllische oase van rust in het bruisende stadscentrum. Tussen de weelderige papyrusplanten kan je er honderden vissen zien zwemmen in het kristalheldere water waar ook eenden zich duidelijk thuisvoelen.   

Castello Maniace

Het uiterste punt van het eiland Ortigia is volledig ingenomen door een massieve burcht, het Castello Maniace, genoemd naar de Byzantijnse generaal Giorgio Maniace die hier een militair bolwerk liet bouwen nadat hij de Arabische bezetters uit Syracuse had verdreven. Haar huidige vorm dankt de burcht aan Frederik II Hohenstaufen die het oorspronkelijke bouwwerk liet verbouwen tot een versterkt en goed verdedigbaar paleis. Tussen 1305 en 1536, tijdens de Spaanse bezetting van Sicilië, zouden ook tal van Spaanse koninginnen hier een veilig onderkomen vinden. In latere eeuwen zou de vesting ook nog als gevangenis worden gebruikt.

Om de burcht te betreden moet je eerst de slotgracht over. Via een versterkte poort bereik je eerst een ruim binnenplein, omgeven door hoge wallen waarin de soldatenverblijven gevestigd waren. Aan de overzijde van het plein verrijst een tweede poort die toegang geeft tot het eigenlijke paleis. De blikvanger daar is de ruime zaal met een plafond met kruisribgewelven die steunen op massieve pilaren.

Voorbij het paleis lopen de verdedigingswallen langzaam naar elkaar toe tot ze samenkomen in een punt die in de zee uitsteekt. In het onderste gedeelte van de wallen zijn ruimtes uitgespaard waar zware kanonnen stonden opgesteld die door kanonsgaten in de muur vijandige schepen onder vuur konden nemen. De verschillende ruimtes waren onderling goed met elkaar verbonden zodat de troepen zich snel en veilig van de ene zijde van de burcht naar de andere konden bewegen.

Van boven op de wallen konden schutters naderende vijanden beschieten. Vandaag kan je vanop de wallen vooral genieten van een heerlijk uitzicht op de zee.  

Joodse wijk (Giudecca)

Ortigia kende ooit een bloeiende Joodse gemeenschap. Deze was geconcentreerd in de Giudecca, de Joodse wijk, geconcentreerd rond drie smalle, parallel lopende straatjes aan de noordkant van het eiland. Van de oorspronkelijke Giudecca is sinds de verdrijving van de Joden uit de stad in het jaar 1492 nog nauwelijks iets te merken. Eén van de weinige zichtbare restanten van de Joodse aanwezigheid is een ritueel bad (mikwe) uit de 6de eeuw, waar Joodse vrouwen zich kwamen wassen voor het huwelijk of na een bevalling om zich ritueel te reinigen. Het bad dat zich een twintigtal meter onder de grond bevindt, kan je bezoeken (onder leiding van een gids) vanuit de Chiesa di San Filippo Apostolo. De kerk werd wellicht gebouwd boven de fundamenten van de oude Joodse synagoge. Vanuit de kerk daalt een trap af naar beneden. Daar kom je algauw terecht in een uitgebreid gangenstelsel. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden deze onderaardse gangen, die zich over het hele eiland Ortigia uitstrekken, gebruikt als schuilkelders. Het Joodse bad bevindt zich nog een verdieping lager. Je bereikt het via een draaitrap die rond een cilindervormige waterput werd gebouwd.

Chiesa di San Giovanello

Wandelend door de rustige straatjes van de Giudecca passeren we ook de bijzondere Chiesa di San Giovanni Battista, ook bekend onder de naam San Giovanello. De voorgevel met het fraaie roosvenster dateert uit 1380. Achter de gevel bevindt zich echter een verrassing: de kerk blijkt geen dak meer te hebben. Toch is ze nog steeds in gebruik. Meer nog, ze is zelfs bijzonder populair voor huwelijksvieringen.

Teatro dei pupi

Als je de kans hebt, probeer dan zeker eens een voorstelling bij te wonen in het Teatro dei Pupi, het poppentheater. Je vindt het kleine theater in de Via della Giudecca, 22. De vereniging La Compagnia dei pupari Vaccaro-Mauceri houdt er de rijke traditie van het Siciliaanse poppenspel levendig. Daarmee zetten ze het werk voort van enkele bekende poppenspelers uit Siracusa, de broers Saro en Alfredo Vaccaro en Alfredo Mauceri. De voorstellingen zijn gebaseerd op het klassieke repertoire van ridderverhalen geïnspireerd op het middeleeuwse Roelandslied met als protagonisten de heldhaftige ridder Orlando, zijn neef Rinaldo en de beeldschone Angelica.

Je kan elders in de stad (Piazza San Giuseppe) ook een klein museum bezoeken waar je, omringd door originele houten poppen, meer verneemt over de geschiedenis van het Siciliaanse poppenspel.

Porta Marina

De Porta Marina is één van de historische toegangspoorten tot de oude binnenstad van Ortigia. Ze dateert uit de 15de eeuw en is ingewerkt in de oude vestingmuren die tijdens de Spaanse overheersing werden gebouwd. In de sobere poort is boven de ingang nog een sierlijke lijst te zien in Catalaanse gotiek. Daarin was ooit het wapenschild van het Spaanse koningshuis van Aragon te zien, maar dat is verloren gegaan.

Foro Vittorio Emanuele II

Rechts van de Porta Marina begint een brede wandelboulevard die je langs de stadsmuren naar de Fonte Aretusa brengt. Aan de ene zijde van de boulevard zorgen bomen voor schaduw op de terrassen van de bars en restaurants die elkaar opvolgen. Aan de andere zijde liggen zeilboten en yachts aangemeerd. Je begrijpt meteen: dit is de ideale locatie voor een avondlijke wandeling langs de zee, gevolgd door een aperitiefje op een terras. Een waardig einde van een dagje Ortigia.


Colophon - Segesta

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties