Uit het coronadagboek van onze vriendin Antonella uit Sicilië…

Antonella corona

De Siciliaanse Antonella Grippi was in het schooljaar 2013-2014 in het kader van een Europees project als taalassistente te gast op onze school, het Bernarduscollege in Oudenaarde. Ik had het grote genoegen met haar te mogen samenwerken voor het keuzevak Italiaans voor leerlingen van de derde graad. Tijdens die maanden van intense samenwerking groeide een warme vriendschap. We houden nog regelmatig contact met elkaar. Antonella schreef voor ‘Ontsmette pennen‘ – de blog van het Bernarduscollege waar mensen in deze coronatijd hun verhaal kunnen doen – een aangrijpend artikel over hoe zij de coronacrisis beleeft vanuit haar thuisstad Palermo. We delen haar getuigenis ook graag op onze blog.

Antonella corona

‘Door de extreme moeilijkheid gelijk gemaakt, zullen mensen een stap zetten naar de mogelijkheid van een rechtvaardiger en vreedzamer toekomst , die samen zal komen met de langverwachte lente. Maar het lot van de wereld is onzeker, overgeleverd aan de onvoorzichtige handen van de mens.’ (Mauro Corona, Italiaanse schrijver)

Op 31 mei vorig jaar kwam een klein boek verstuurd vanuit Dublin aan in Palermo, Italië. Een manier om dicht bij mijn broer te zijn op de dag van zijn verjaardag. Ik wist dat hij het zou waarderen. Ik heb trouwens de laatste jaren veel gereisd en ik wist dat je zelfs van veraf dicht bij de mensen kunt zijn van wie we houden. De afstand in onze huidige wereld die zo versmolten is, is een oplosbaar probleem omdat we allemaal, altijd en overal, bereikbaar zijn.

11 maart 2020

Ik ben in Palermo, sinds zes maanden teruggekeerd uit Ierland en vanaf nu zijn precies die afstanden ineens reëel geworden; ook al ben je dicht bij elkaar, je kan elkaar niet gemakkelijk meer bereiken, zelfs niet als je in dezelfde stad bent. Slechts één ding lijkt erin te slagen alles te bereiken op dit moment: het Coronavirus. En hoe zit het met ons? Wij zijn gedwongen onszelf op te sluiten in huis.

Alles is veranderd in de tussentijd van een jaar. Ik kijk naar de kaart van Italië en de grenzen van de twintig regio’s van il Bel Paese (= Italië) lijken vervormd. De kaart is opnieuw ontworpen, niet door veldslagen of veroveringen, zoals in de geschiedenis gebeurde, maar door een klein en onzichtbaar virus. Het Noorden – van oudsher productief, geavanceerd en snel – is gekneld in een greep die het gedwongen heeft zich af te sluiten, een maand eerder in vergelijking met de rest van Italië. De beelden van Codogno (Lombardije), de eerste Italiaanse gemeente die in quarantaine werd  geplaatst, reizen de wereld rond. Het lijkt onwerkelijk en wordt nog steeds beschouwd als een lokaal probleem. Stomverbaasd blijven we elke dag kijken hoe dit Noorden van ons, waarop we trots zijn, omdat het een voorbeeld is van efficiëntie en uitmuntendheid in de wereld, op de knieën gaat, halt houdt en bidt / hoopt dat dit alles op een gegeven moment zal eindigen. Ondertussen verspreidt de pandemie zich snel in andere gemeenten, in andere landen en staan ​​we ineens als nooit tevoren tegenover een gebeurtenis die iedereen sprakeloos maakt: we zijn allemaal gelijk. Tegenover de pandemie is er geen ongelijkheid meer.

We worden allemaal of bijna allemaal gedwongen om het essentiële goed van gezondheid boven productie en rijkdom te plaatsen. En al de rest? Het komt later.

Voor ons Noorden, voor de grote Amerikaanse wereldmacht, voor elk afzonderlijk bedreigd land is er nu maar één antwoord: de gezondheid van de mens voorop stellen en de zwaksten beschermen. Italië wordt beschouwd als een land van ouderen, en dat klopt, het is in die wijze zwakheid van ouderen dat we onze geschiedenis, onze tradities herontdekken en koesteren. We willen hen beschermen, maar we voelen ons machteloos omdat we hen niet kunnen zien noch omarmen. Om onszelf te beschermen moeten we op dit moment gewoon bij elkaar uit de buurt blijven. ‘Niemand is een eiland’, zei de titel van een beroemd boek (Thomas Merton), en het wordt tegenwoordig zo goed begrepen dat we graag buiten de muren van ons thuiseiland zouden willen gaan om een kus te geven aan een ​​familielid, een vriend of om te nippen van een cappuccino in de bar terwijl we met de barman over koetjes en kalfjes praten, zoals we vroeger deden. Het is waar, alles staat op zijn kop, het is zinloos te doen alsof het zo niet is. Vanwege haar snelheid heeft deze verandering de kracht van een revolutie. Vóór de pandemie konden we veel doen en op elk moment van de dag, terwijl we ons nu een beetje als kinderen voelen die verstandig moeten zijn en de instructies van de ouders moeten volgen: ‘Ga niet naar buiten! Was je handen goed! Kom met je handen niet aan je ogen!’ Maar onze beperkte vrijheid dient nu om levens te redden.

Samen met de driekleur wappert een andere vlag uit onze ramen met het opschrift: ‘Alles komt goed!’ en met een regenboog, symbool van hoop en sereniteit die na deze storm zal terugkeren.

We zijn kwetsbaar, ja, we zijn erg kwetsbaar, maar we komen er wel uit. We rouwen en zullen rouwen om wie het niet heeft gehaald, we bedanken degenen die vechten om levens te redden en we zullen het heden bekijken als een brug naar een duurzame toekomst voor iedereen, van de zwaksten tot de sterksten, van de armsten tot de rijksten.

Meer dan ooit begrijpen we dat verenigd zijn de beste manier is om crisissen te overwinnen. We zijn allemaal gelijke bewoners van een prachtige planeet.

Misschien zal deze pandemie ‘Het einde van de scheefgetrokken wereld’ zijn. Het boek dat van Dublin naar mijn broer was gestuurd, droeg deze titel en ik wist dat het het juiste geschenk zou zijn voor hem, die als kunstenaar altijd bezig geweest is met het zoeken naar het schone en het goede. De scheefgetrokken wereld doen stoppen betekent in feite je ogen openen en je inzetten om wat in deze wereld onverbiddelijk de verkeerde kant aan het opgaan was, te verbeteren. De rechtvaardige wereld is van iedereen, van degenen die het hebben gemaakt en van degenen die er helaas niet meer zijn, van zowel de sterke als de kwetsbare mensen. Als we in deze huidige kwetsbaarheid van ons dus de kracht vinden om ons open te stellen voor de andere en ook zijn zwakheid te herkennen en zorg te dragen voor elkaar, dan zullen we allemaal iets heel belangrijks geleerd hebben uit hetgeen we aan het meemaken zijn.

Hieronder volgt de originele Italiaanse tekst uit het dagboek van Antonella.

Antonella corona
Antonella tijdens een zorgeloze wandeling in de Riserva Naturale dello Zingaro, nabij Palermo

Resi uguali dalla difficoltà estrema, gli uomini si incammineranno verso la possibilità di un futuro più giusto e pacifico, che arriverà insieme alla tanto attesa primavera. Ma il destino del mondo è incerto, consegnato nelle mani incaute dell’uomo.”(Mauro Corona, scrittore italiano)

Il 31 maggio dell’anno scorso un piccolo libro spedito da Dublino fece il suo arrivo a Palermo, Italia. Un modo per essere vicina a mio fratello il giorno del suo compleanno. Sapevo che l’avrebbe apprezzato. Del resto avendo viaggiato molto, negli ultimi anni, sapevo che si può essere vicini alle persone che amiamo anche da lontano. La distanza in questo nostro mondo di oggi, così amalgamato, è un problema risolvibile perché siamo tutti, sempre e ovunque, raggiungibili.

11 marzo 2020

Mi trovo a Palermo, rientrata da circa sei mesi dall’Irlanda, da oggi proprio quelle distanze sono diventate improvvisamente reali, anche se vicini, non ci si può più raggiungere facilmente neanche stando nella stessa città. Solo una cosa sembra riuscire a raggiungere tutto, in questo momento: il Corona virus. E noi? Costretti a chiuderci in casa.

Tutto è cambiato nell’intervallo di tempo di un anno, guardo la mappa dell’Italia e i confini della venti regioni del Bel Paese sembrano stravolti. La mappa è ridisegnata, non da battaglie o conquiste, come avveniva nella storia, ma da un piccolo e invisibile virus. Il Nord da sempre produttivo, avanzato, veloce, è stretto in una morsa che l’ha costretto a chiudersi, un mese prima rispetto al resto d’Italia. Le immagini di Codogno (Lombardia), il primo comune italiano ad essere messo in quarantena, fanno il giro del mondo. Sembra surreale e ancora si pensa sia un problema localizzato. Attoniti restiamo a guardare ogni giorno questo nostro Nord di cui siamo fieri, perché esempio di efficienza ed eccellenza nel mondo, mettersi in ginocchio, fermarsi e pregare/sperare che tutto questo ad un certo punto finisca. Intanto la pandemia si diffonde velocemente in altri comuni, in altri Paesi e improvvisamente, e come non mai, siamo di fronte ad un evento che lascia tutti senza parole: siamo tutti uguali. Di fronte la pandemia non c’è più disuguaglianza.

Tutti o quasi siamo costretti a mettere davanti alla produzione e alla ricchezza il bene essenziale della salute. Tutto il resto? Viene dopo.

Per il nostro Nord, per la grande potenza mondiale americana, per ogni singolo Paese minacciato c’è ora una sola risposta: mettere la salute dell’uomo al primo posto e proteggere i più deboli. Si dice che l’Italia sia un Paese di anziani, ed è vero, è in quella saggia fragilità degli anziani che riscopriamo e facciamo tesoro della nostra storia, delle nostre tradizioni. Vogliamo proteggerli, ma ci sentiamo impotenti perché non possiamo né vederli né abbracciarli. Per proteggerci, al momento, dobbiamo solo stare distanti gli uni dagli altri. “Nessun uomo è un’isola” diceva il titolo di un famoso libro (Thomas Merton), e lo si capisce tanto bene oggi che desidereremmo oltrepassare le mura della nostra isola domestica per dare un bacio ad un parente, ad un amico o sorseggiare un Cappuccino al bar chiacchierando del più e del meno col barista, come facevamo prima. E’ vero, è tutto stravolto, inutile fingere che non lo sia. Per la sua velocità questo cambiamento ha tutta la forza di una rivoluzione. Prima della pandemia potevamo fare molto e in ogni momento della giornata mentre ora ci sentiamo un po’ come dei bambini che devono essere giudiziosi e seguire le indicazioni dei genitori: Non uscire! Lavati bene le mani! Non mettere le mani negli occhi! Ma la nostra libertà limitata serve ora a salvare vite.

Assieme al Tricolore, sventola dalle nostre finestre anche un’altra bandiera con su scritto: “Andrà tutto bene!”, con un arcobaleno, simbolo della speranza e del sereno che tornerà dopo questa tempesta.

Siamo fragili, si, siamo molto fragili, ma ne usciremo. Piangiamo e piangeremo chi non ce l’ha fatta, ringraziamo chi sta lottando per salvare vite e guarderemo l’oggi come un ponte verso un futuro sostenibile per tutti, dai più deboli ai più forti, dai più poveri ai più ricchi.

Mai come oggi stiamo comprendendo che l’essere uniti è il modo migliore per superare le crisi. Siamo tutti abitanti uguali di un Pianeta meraviglioso.

Forse questa pandemia sarà proprio “La fine del mondo storto”. Il libro spedito da Dublino a mio fratello portava questo titolo e sapevo che sarebbe stato il regalo giusto per lui, che da artista è sempre stato impegnato nella ricerca del bello e del giusto. Fare finire il mondo storto significa infatti aprire gli occhi e impegnarsi a correggere ciò che in questo mondo stava inesorabilmente andando per il verso sbagliato. Il mondo giusto è di tutti, di chi ce l’ha fatta e di chi purtroppo non c’è più, dei potenti come che dei fragili. Se in questa nostra fragilità di oggi troviamo allora la forza di aprirci all’altro e riconoscere anche la sua fragilità, e prendercene cura, allora avremo tutti imparato qualcosa di molto importante da ciò che stiamo vivendo.

Antonella corona
Op paasdag 2018 stonden we met Antonella en haar zoon Simone op het Sint-Pietersplein in Rome. Een mooie herinnering om te koesteren.

Colophon PIC

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties

1 thoughts on "Uit het coronadagboek van onze vriendin Antonella uit Sicilië…"

Geef een reactie