Het mooie en levendige Cefalù is een niet te missen bestemming aan de noordkust van Sicilië. Het schilderachtige stadje is uniek gelegen aan de voet van een hoge en steile rots die boven de zee uittorent. De naam Cefalù vindt zijn oorsprong bij de Grieken die de plaats de naam Kephaloidion gaven, een verwijzing naar de massieve rots die als een gigantisch hoofd (kephale) boven het water uitsteekt. Na de Grieken kwam de stad in handen van de Romeinen, de Arabieren en de Noormannen. Deze laatsten bouwden er de prachtige duomo die nog steeds de skyline van de stad bepaalt.  

De zandstranden die vanuit de stad in oostelijke richting verder lopen, zijn in de zomer heel populair bij vakantiegangers. Maar het hele jaar door heerst in de kleine straten en steegjes van de oude binnenstad een gezellige drukte.

Gezellige straatjes

Een verkenning van Cefalù begin je het best op de Piazza Garibaldi die toegang geeft tot de verkeersvrije Corso Ruggero, de centrale winkel- en wandelstraat die de stad in twee helften verdeelt. Aan de oostelijke zijde daarvan ligt een doolhof van kronkelende steegjes en trappen. Dit is de oude middeleeuwse wijk die tegen de rots werd aangebouwd. Aan de westelijke zijde van de corso lopen rechte straatjes in de richting van de zee.

Bij het begin van de Corso passeer je de schaarse resten van de Porta Terra, één van oude toegangspoorten tot de stad. Ze zijn nog herkenbaar in de klokkentoren naast de kerk van Maria della Catena.

Tussen de statige palazzi door vind je in de straten van Cefalù een hele reeks leuke winkels waar je zowel originele souvenirs als lokale lekkernijen en mooie, kleurrijke kledij kan vinden.

De Osteria Magno die je op een gegeven moment in de Corso Ruggero passeert, is tegenwoordig een tentoonstellingsruimte maar was ooit het paleis van de Normandische koning Rogier II (1095-1154). Hij was het die de even verderop gelegen Duomo liet bouwen. Hiermee vervulde hij een belofte die hij had gedaan toen zijn schip tijdens een hevige storm dreigde te vergaan voor de kust van Cefalù.

Duomo

Vanop het brede plein voor de Duomo kan je de imposante kerk in haar volle glorie bewonderen. De stralende zon doet de stenen goudgeel oplichten. De kloeke torens die het voorportaal flankeren, zijn verfraaid met elegante boogvensters en sierlijke kantelen. Ook de gerafelde rondbogen tegen de gevel boven het toegangsportaal verlenen de sobere kerk een elegante uitstraling die kenmerkend is voor de Normandische architectuur. 

Ook binnenin verraden de hoge zoldering van de drieschepige kerk en de fraai gesculpteerde kapitelen bovenaan de zuilen meteen de Normandische invloed. Vooraan in de apsis bevindt zich een kleurrijk mozaïek met een zegenende Christus Pantocrator. We kregen deze tijdens ons bezoek jammer genoeg niet te zien wegens restauratiewerkzaamheden.

Op het einde van de Corso Ruggero kan je rechts afslaan en een eind doorstappen naar de moderne haven die aan de andere kant van de kaap ligt. Een deel van die weg kan je ook afstappen op de rotsen tussen de stadsmuur en de zee. Doe dat alleen als de golven niet te geweldig zijn, anders riskeer je een douche.

De oude vissershaven

Als je op het einde van de Corso Ruggero links neemt, bereik je even verderop het oude vissershaventje. Onderweg daarheen passeer je tal van eetgelegenheden waar verse vis op het menu staat, naast andere klassiekers uit de Siciliaanse keuken. De restaurants aan de rechterkant van de straat hebben meestal een terras met zeezicht, want de zee is hier inderdaad vlakbij. Vanop de havenmuur heb je een mooi uitzicht op de huisjes van Cefalù die slechts door een dunne zandstrook van de zee gescheiden zijn. 

Vanaf het haventje kan je de Via Vittorio Emanuele nemen die je al snel bij de Porta Marina brengt, de oude toegangspoort tot de stad voor wie over zee in Cefalù aankwam. Deze poort vraagt gewoon om gefotografeerd te worden. 

Nog even verderop kan je via een trap de oude middeleeuwse wasplaats bereiken waar de vrouwen tot niet eens zo lang geleden de was kwamen doen.

Theater

Via de Porta Pescara bereik je het moderne stadsgedeelte waar een wandeldijk begint die langs de zee en de stranden loopt. Net voor de poort links kan je het kleine stadstheater, het Teatro Salvatore Cicero, bezoeken. Het theater werd gebouwd bij het begin van de 19^de eeuw op initiatief van enkele rijke families uit Cefalù. Het plafond van het kleine, hoefijzervormige theater is versierd met een fresco dat de muzen van de komedie (Thalia), de dans (Terpsichore) en de muziek (Euterpe) voorstelt. Het theater fungeerde als decor voor een aantal scènes van de Oscarwinnende film Cinema Paradiso van de Siciliaanse regisseur Giuseppe Tornatore. Een oude projector die daar tentoongesteld wordt, herinnert hier aan.

Museo Mandralisca

In het palazzo van de rijke baron, kunstliefhebber, verzamelaar en amateur-archeoloog Enrico Piraino di Mandralisca kan je een museum bezoeken waar twee bijzondere kunstwerken zeker de moeite zijn. Het eerste is een goed bewaarde Griekse vaas uit de 4^de eeuw v. Chr. die op het eiland Lipari werd opgegraven en die een tonijnverkoper voorstelt. 

Een ander topstuk is het portret van een onbekende man met een minzame glimlach, geschilderd door Antonello da Messina (1430-1479). In dezelfde zaal hangt ook een mooi 16de eeuws schilderij dat Johannes de Doper voorstelt. Het wordt toegeschreven aan de Florentijnse kunstenaar Giovanni Antonio Sogliani.

De collectie omvat verder nog een reeks kleinere archeologische vondsten en een ruime verzameling schelpen. 

Klimmen naar de Rocca

Als je niet opziet tegen een inspanning, dan is de pittige klim naar de ruïnes van het oude kasteel helemaal op de top van de rots iets dat je zeker moet overwegen. Het eerste deel van de klim leg je grotendeels af met een zigzaggende trap. Eens voorbij de eerste muren die de hooggelegen burcht afschermden, vervolgt de klim langs een kronkelend stenen pad. Goede wandelschoenen zijn wel aangewezen. Je doet er op een zomerse dag ook goed aan voldoende water mee te nemen. 

De inspanning wordt wel beloond met een weergaloos uitzicht over Cefalù en de omliggende zee.

Eetadresje!

Van honger en dorst zal je in Cefalù zeker niet omkomen, want je vindt er een ruime keuze aan restaurantjes in alle prijsklassen. Wij gingen op basis van een insider tip eten bij Capriccio Siciliano aan de Via Umberto I en dat was een voltreffer. Eigenaars Giuseppe en Mimma ontvangen hun gasten met warme Siciliaanse hartelijkheid en een vleugje aanstekelijke humor. Proef hier zeker de overheerlijke lasagne, bereid volgens een oud recept van de grootmoeder. Geloof ons: zo lekker zal je een lasagne nog maar zelden hebben gegeten. En kies er ook maar een lekkere wijn bij uit de uitgebreide wijnkaart.  De kans is groot dat de koffie achteraf (begeleid met een lepeltje crema di pistacchio) ‘van het huis’ is.

---