Italië heeft maar liefst 7600 kilometer kust. Wij maakten een tweedaagse roadtrip langs één van de mooiste stukken ervan: de kustlijn van de Salento, de hak van het Italiaanse schiereiland. In het westen wordt het gebied begrensd door de Ionische zee, in het oosten door de Adriatische zee. Beide zeeën ontmoeten elkaar in Leuca, het meest zuidelijke punt van Puglia. Een verslag van dag 1: de trip van Punta Prosciutto naar Leuca.
We starten onze dagtocht in Punta Prosciutto, een klein rotsachtig schiereilandje dat het beginpunt vormt van een beschermd natuurgebied (Riserva Naturale Palude del Conte e Duna Costiera) dat zich in zuidelijke richting uitstrekt naar Porto Cesareo. Het bestaat uit eeuwenoude duinen en moerassen met typische mediterrane vegetatie.
De kustlijn van Punta Prosciutto tot aan Porto Cesareo bestaat uit vier lange, halvemaanvormige witte stranden die van elkaar gescheiden zijn door lage rotsachtige landtongen die in zee priemen. Twee ervan worden bekroond met een massieve stenen wachttoren. Dergelijke torens, die trouwens langs de hele kustlijn van de Salento opduiken, zijn stille getuigen van woelige tijden waarin de regio regelmatig werd binnengevallen door vijandige legers en piraten. De stranden tussen Punta Prosciutto en Porto San Cesareo zijn in de zomermaanden zeer geliefd bij de lokale bevolking en bij vakantiegangers.
Porto Cesareo is een leuk en op zomerse avonden drukbezocht havenstadje. Van hieruit kan je een boottochtje maken langs de kust of je laten overzetten naar het idyllische Isola dei Conigli waar je in alle rust kan genieten van een dagje strand.
Vanaf Porto Cesareo volgen we de weg richting Gallipoli. Het eerste gedeelte loopt doorheen een ander beschermd natuurgebied, het dichtbeboste Parco Regionale Porto Selvaggio e Palude del Capitano. Hier geen stranden meer maar ruwe rotsen, geërodeerd door de eeuwenlange golfslag. Voorbij de dennenbossen van het natuurpark bereiken we het kustplaatsje Santa Caterina en iets verder nog Santa Maria al Bagno. Deze voormalige vissersdorpjes zijn uitgegroeid tot populaire badplaatsen, niet in het minst omwille van het helderblauwe water en de natuurpracht van de omgeving.
Bij het naderen van Gallipoli maken de grillige rotsen opnieuw plaats voor lange zandstranden, begrensd door vakantiehuisjes, campings en hotels.
Het historische centrum van Gallipoli bevindt zich op een langgerekt schiereiland dat je bereikt via een smalle landtong. De kleine vissershaven ligt aan de voet van het imposante kasteel dat de toegang tot de oude stad bewaakt. Witgekalkte huizen met dakterrassen die over zee uitkijken, bepalen het uitzicht van de stad.
Het is aangenaam om door de smalle, slingerende steegjes te slenteren. Handelaars prijzen hun waren aan: natuurlijke sponsen, kruiden en zongedroogde tomaten zijn de specialiteiten van de streek. Ook aan gezellige terrasjes en uitnodigende restaurants geen gebrek.
Welke weg je ook inslaat, vroeg of laat kom je onvermijdelijk uit bij de zee die de stad aan beide zijden omsluit. Ondanks de groeiende toestroom van toeristen heeft Gallipoli nog veel bewaard van de authentieke charme die de oude Grieken er reeds toe bracht de stad ‘kali polis’ (mooie stad) te noemen. En zo weet je meteen waaraan de stad zijn huidige naam ontleent.
Bij het verlaten van Gallipoli loopt de kustweg nog enkele kilometers langs brede witte zandstranden die geleidelijk weer overgaan in grillige rotsen.
Een volgende stop is Punta Pizzo, een klein, afgelegen en ongerept stukje strand aan de rand van een schaduwrijk dennenbos. Van hieruit heb je een mooi, panoramisch uitzicht over de hele baai ten zuiden van Gallipoli. Geen wonder dus dat we ook hier weer een uitkijktoren aantreffen, de Torre del Pizzo.
We trekken verder zuidwaarts langs de kustlijn waar de ene versterkte toren na de andere blijft opduiken: Torre Suda, Torre San Giovanni, Torre Pali… Nauwelijks zandstranden hier, maar wel één langgerekte strook lage rotsen vanwaar je makkelijk de zee kan induiken. Dit gebied is populair bij de lokale bevolking die er krabben, zee-egels en octopussen komt vangen die zich op en in de rotsen schuilhouden.
Naarmate we onze eindbestemming Leuca naderen, duiken er tussen de rotsen af en toe opnieuw stranden op. De fijne, hagelwitte zandstranden in de buurt van Marina di Pescoluse dragen – niet onterecht – de naam ‘de Malediven van de Salento’. Via Torre Vado en het vissersdorpje Marina di San Gregorio bereiken we ten slotte onze eindbestemming: de rotskust van Santa Maria di Leuca. Hier bevindt zich het meest zuidelijke punt van Puglia, de Punta Ristola. Meer hierover in een volgend artikel.
Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!
Reacties