Ingeklemd tussen het imposante Monumento a Vittorio Emanuele en de Piazza del Campidoglio ligt een interessante kerk, de Santa Maria in Aracoeli. Ooit stond hier een tempel voor de Romeinse godin Juno Moneta. Om de kerk te bereiken moet je wel wat moeite doen: 124 treden brengen je naar de ingang. Gelovige vrouwen die op zoek waren naar een goede echtgenoot of die hoopten op een gezonde baby gingen in vroegere tijden op de knieën en al biddend de trap naar boven.

De sobere bakstenen voorgevel staat in contrast met wat je binnen aantreft. Het eerste wat opvalt als je de kerk betreedt, is de rijkelijk vergulde zoldering en de veelkleurige marmeren vloer in zogenaamd cosmatenwerk.

Een andere blikvanger zijn de 22 zuilen en kapitelen. Ze zijn afkomstig uit antieke Romeinse gebouwen en zijn dus bijgevolg allemaal verschillend van vorm en lengte. Let zeker op de derde zuil links. Volgens het Latijnse opschrift ‘A CUBICULO AUGUSTORUM’ zou deze zuil ooit gestaan hebben in de slaapkamer van niemand minder dan keizer Augustus.

De kerk is vandaag bij de Romeinen vooral bekend en geliefd door de aanwezigheid van ‘il Santo Bambino’, een houten beeldje van het kindje Jezus dat in een aparte kapel vooraan links in de kerk wordt vereerd. Aan het beeldje, gemaakt in de 15^de eeuw door een Franciscaner monnik, worden miraculeuze, genezende krachten toegeschreven. Ernstig zieken die het beeldje kusten of aanraakten, konden rekenen op genezing, tenminste als de lippen van het kindje Jezus donkerrood kleurden. Werden ze bleek, dan was er geen hoop meer.

Gelovigen van over de hele wereld sturen ook vandaag nog brieven naar ‘il Santo Bambino’ om genezing of een gunst af te smeken. Het beeldje is zo bekend dat het volstaat om de enveloppe te adresseren aan: Santo Bambino, Roma.  De brieven worden rondom het beeldje verzameld.  Na verloop van tijd worden ze, na gecontroleerd te zijn op eventuele giften, ongelezen verbrand om plaats te maken voor de vele nieuwe brieven die maar blijven binnenstromen.

Een andere unieke schat waarover de kerk beschikt, is de urne met de as van Sint-Helena, de moeder van de eerste christelijke keizer, Constantijn. De urne bevindt zich in de crypte van de Helenakapel. Deze bevindt zich vooraan links in de kerk. Het is een vrijstaande kapel met een koepel die rust op acht zuilen. De kapel zou gebouwd zijn op de exacte plaats waar ooit keizer Augustus een ‘altaar van de hemel’ had laten oprichten nadat hij in een visioen de Heilige Maagd Maria zou hebben gezien. Altaar van de hemel luidt in het Latijn ‘ara coeli’ … en zo weet je meteen waaraan de kerk haar huidige naam ontleent.

Het hoofdaltaar van de kerk bevat een afbeelding van de Maagd Maria die naar verluidt door niemand minder dan de evangelist Lucas werd geschilderd. Een andere dergelijke afbeelding van Maria door Sint-Lucas bevindt zich in de Santa Maria Maggiore. Beide werken dragen de titel ‘Salus Populi Romani’, heil van het Romeinse volk, en worden in Rome zeer vereerd.

In de zijbeuk links kan je de grafsteen zien van ontdekkingsreiziger Eugenio Rospoli die in 1893 op 27-jarige leeftijd in Afrika stierf nadat hij werd vertrappeld door een woeste olifant. De grafsteen bevat een marmeren landkaart van het gebied dat door Rospoli werd verkend.

Nog in de linker zijbeuk bevindt zich de gedenksteen voor Felis de Fredis, de landbouwer die in 1506 onder zijn wijngaard het befaamde beeld van de Laocoöngroep terugvond. Het beeld bevindt zich momenteel in de Vaticaanse musea.

Gooi voor het verlaten van de kerk zeker nog eens een blik op het kleurrijke glasraam achteraan de kerk. Je herkent de drie bijen uit het wapenschild van de pauselijke familie Barberini. Deze bijen kom je op vele monumenten verspreid over de stad tegen.

---