Van zodra we voet aan wal zetten in het kleine haventje van Stromboli merken we dat hier een bijzondere sfeer hangt. Misschien is het wel het bord met de waarschuwingen dat we actief vulkanisch gebied betreden en dat er ook kans bestaat op tsunami’s? Misschien is het ook de stilte die hier heerst, zeker eens de draagvleugelboot die ons aan land bracht weer vertrokken is? Op dit eilandje van ca. 12km2 oppervlakte wonen slechts iets meer dan 500 inwoners. In de zomermaanden komen daar enkele duizenden vakantiegangers bij. Ze worden er afgezet door grote veerboten vanuit Napels, Tropea, Reggio Calabria of Messina. Wanneer wij op een heerlijke lentedag in april in Stromboli aankomen, heerst er echter een vredige rust. De enkele toeristen die met ons de boot afstappen, hebben duidelijk hetzelfde doel voor ogen: Europa’s meest actieve vulkaan van dichterbij gaan bekijken.
Na op het terras bij de haven van een obligate cappuccino met cornetto te hebben genoten, beginnen we aan onze tocht. Vanuit de haven volgen we rechts de mooie laan die ons naar de noordoostelijke kant van het eiland brengt. De witgekalkte vakantiehuisjes met overdekte terrassen liggen er nog verlaten bij.
Op een bepaald moment passeren we een oude betonnen steiger die op fotogenieke wijze de zee inloopt. Misschien had je die al eens eerder gezien? Dat zou kunnen, want hij vormde ooit de set voor een scène in de film ‘E stato la Mano di Dio’ van Paolo Sorrentino. Vanop de steiger kijk je uit op Strombolicchio, het kleine Stromboli. De rots die vanuit de zee zo’n 50 meter hoog naar de hemel priemt, is wat rest van de krater van een oude, uitgedoofde vulkaan.
We wandelen verder langs de zee tot we een kleine woonkern bereiken. Het is een kluwen van vakantiehuisjes en hotelletjes. Smetteloos wit en piekfijn verzorgd. De stilte hier wordt af en toe onderbroken door een nijvere Ape die zich brommend een weg baant door de smalle straatjes.
Met behulp van google maps – op aanwijzingen hoef je hier niet te rekenen – nemen we even voorbij een bocht het juiste weggetje rechts dat even verderop overgaat in een pad dat ons naar een panoramisch uitkijkpunt brengt vanwaar we de vulkaan in actie kunnen zien. Het pad gaat langzaam slingerend omhoog en brengt ons door afwisselende landschappen; rotsen, bloemenweiden en bamboevelden wisselen elkaar af. Genietend van de mooie natuurpracht rondom ons en van de kristalblauwe zee in de diepte naderen we de vulkaan. Naarmate we dichter komen, horen we steeds duidelijker de doffe ploffen die elke twintig minuten uit de vulkaanmond weerklinken.
Na een goed uur stappen bereiken we ons doel: het punto panoramico op ca. 290 meter hoogte. Dit is het hoogste punt dat je op eigen initiatief kan bereiken. Er is nog een tweede uitkijkpunt, gelegen op 400 meter hoogte. Dat is echter enkel toegankelijk in het gezelschap van een erkende vulkanologische gids. Ooit kon je met een gids helemaal tot aan de top van de vulkaan gaan, maar dat is na een hevige uitbarsting in het jaar 2017 streng verboden.
Maar ook wat we te zien krijgen vanop het uitkijkpunt op 290 meter hoogte is behoorlijk spectaculair. We staan aan de rand van de Sciara del Fuoco, de steile flank van de vulkaankegel waarlangs de lava die door de vulkaan wordt uitgestoten langzaam naar zee glijdt. Het is een lange en brede strook van gestolde lava en vulkanisch puin.
Boven ons, op 900 meter, steekt de kratermond scherp af tegen de helblauwe hemel. Bijna stipt om de 20 minuten spuwt de krater een mengsel van gas en vulkanisch magma uit en dat krijg je duidelijk te zien. Na elke explosie komt de sciara ergens wel in beweging. Je hoort en ziet stukken lavasteen de flank afrollen en uiteindelijk met een plons en opspattend wit schuim in het zeewater belanden. Spectaculair.
Ondanks de permanente activiteit van de vulkaan kunnen de inwoners zich veilig voelen. De uitgestoten lava wordt gekanaliseerd langs de sciara die veilig ingesloten ligt tussen twee hoge rotshellingen. En op één daarvan staan wij dit natuurlijke spektakel gade te slaan.
De weg terug verloopt langs hetzelfde pad. Maar terug in de bewoonde wereld nemen we deze keer niet de kustweg maar wandelen we in de richting van de oude dorpskern van Stromboli. Onderweg passeren we een oude, ietwat vervallen kerk en uiteindelijk bereiken we een plein waar nog een andere kerk verrijst. We besluiten om onszelf te trakteren op een aperitiefje op het terras van Bar Ingrid. Verkwikt vervolgen we onze weg naar de haven. Op het zwarte lavastrand wachten we op de boot die ons terug naar Lipari brengt.
Nachtelijke excursie
Enkele dagen na ons eerste bezoek aan Stromboli keren we nog eens terug voor een rondvaart bij valavond. De ‘Stromboli by night’ is een bijzonder populaire excursie die je op Lipari, Salina, Panarea en Stromboli zelf uiteraard kan boeken. De boten gaan dan even voor anker op de plaats waar de Sciara del Fuoco in zee uitmondt. Na de zonsondergang te hebben bewonderd in het westen zijn de blikken gericht op de vulkaanmond. Als het donker is geworden zijn de uitbarstingen van de vulkaan zowaar nog spectaculairder: de opspattende lava tekent dan immers vuurrood af tegen de nachtelijke hemel. Je moet wel een beetje geluk hebben, want de ene dag zijn de uitbarstingen wat krachtiger dan de andere. Maar hoe dan ook krijg je om de twintig minuten wel iets te zien. Wanneer we terugvaren naar Lipari en het eiland langzaam maar zeker verdwijnt in het duister, kunnen we wel nog lange tijd plots een rode gloed waarnemen die enkele seconden oplicht. Dat beeld en ook de fonkelende sterrenhemel begeleiden ons op de terugweg. Het is een onvergetelijke ervaring.
Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!
Reacties