Deruta, de Umbrische hoofdstad van de keramiek

Op zo’n 20 km ten zuiden van Perugia verrijst Deruta, strategisch gelegen op een kleine heuvel langs de oever van de Tiber. Het stadje heeft een lange en rijke geschiedenis. In de middeleeuwen ontwikkelde zich hier een bloeiende keramiekindustrie die tot op vandaag nog steeds het leven in en rond de stad bepaalt. Op de invalswegen naar Deruta passeer je dan ook de ene keramiekwinkel na de andere.

De historische binnenstad van Deruta – één van de borghi più belli d’Italia – ademt keramiek. Dat merk je al als je de wagen parkeert langs de oude stadsmuur ter hoogte van de Porta di San Michele Arcangelo, één van de historische toegangspoorten tot de stad. Je vindt er een stadsplattegrond in keramiek, zitbanken in keramiek en een monumentale trap in keramiektegels (Scalinata dei Ceramisti). Elke trede van deze trap werd ontworpen en versierd door één van de vele werkplaatsen in en rond de stad. Tegen de stadspoort aangebouwd zie je reeds een eerste keramiekwinkeltje. Er zullen er nog vele volgen.

Boven de middeleeuwse poort zie je het oorspronkelijke wapenschild van de stad: een stenen toren, bekroond met een plant, meer bepaald de wijnruit of ‘ruta’. Toch zou de naam Deruta niet verwijzen naar de plantennaam, maar wel naar het Latijnse diruta wat zoveel betekent als ‘verwoest’. De stad werd in de loop van zijn geschiedenis immers meermaals aangevallen en vernield, maar gelukkig ook telkens weer heropgebouwd. Verder in de stad zal je dit wapenschild nog herhaaldelijk zien, maar dan met een griffioen (een fabeldier in de vorm van een gevleugelde leeuw met de snavel van een roofvogel). De griffioen is het symbool van Perugia en werd na de verovering van Deruta door Perugia aan het wapenschild van Deruta toegevoegd.

Net voorbij de poort tref je links al een eerste historische keramiekoven aan: de Fornace Grazia uit de 16de eeuw. Het is de enige van de ruim 50 historische keramiekovens van de stad die nog integraal bewaard is gebleven. Je kan die gratis bezichtigen. Hier werd nog tot in 1921 vuur gestookt en keramiek geproduceerd. De eigenaars van de oven, de familie Grazia, woonde in het statige huis recht tegenover de werkplaats. De gevel is versierd met kleurrijke ronde keramiekschotels waarop figuren staan afgebeeld.  

Voorbij de bocht passeer je alweer twee keramiekwinkels. De linkse, met het opschrift ‘Unus panis omnibus’ (Eén brood voor allen) boven de deur, was ooit een kerk. Ze dateerde uit 1063 en was gewijd aan de aartsengel Michaël naar wie ook de toegangspoort waarlangs je de stad bent binnengekomen werd vernoemd. Toen de kerk in onbruik raakte, werd ze verbouwd tot een bakkerij waar brood werd gebakken. Het opschrift boven de deur verwijst nog naar de vorige bestemming van het gebouw.

Even verderop bereik je een sobere stenen fontein uit 1848. Ze markeert het begin van het langgerekte plein, de Piazza dei Consoli, dat het hart van de stad vormt. Halverwege het plein zie je twee torens verrijzen. De linkse is die van het Palazzo Comunale en staat symbool voor de politieke macht. Daartegenover verrijst de klokkentoren van de Chiesa di San Francesco, symbool van de religieuze macht. In de donkere hal van het Palazzo Comunale staan enkele archeologische vondsten uit de omgeving opgesteld. Je ziet er o.m. een Romeinse gedenksteen die verwijst naar het feit dat Keizer Hadrianus hier ooit een stenen brug over de Tiber liet aanleggen. Links ervan bevindt zich een beeld van een liggende figuur die de riviergod van de Tiber voorstelt.

De kerk, gewijd aan Sint Franciscus van Assisi, bevat enkele mooie fresco’s waarvan de oudste dateert uit de eerste helft van de 14de eeuw. Het gaat om een voorstelling van Jezus op bezoek in het huis van Marta.  

Een ander fresco toont de Madonna met Kind en is van de hand van Domenico Alfani, een vriend en tijdgenoot van de befaamde Rafaël. De schilder zou zich voor deze afbeelding gebaseerd hebben op een schets die hij van Rafaël had gekregen.

Links tegen de wand bevindt zich een bronzen klok die speciaal werd gegoten ter gelegenheid van de heiligverklaring van Sint-Franciscus in het jaar 1228. In Italië zouden slechts twee van deze klokken te vinden zijn.

Let zeker ook even op het fresco boven de klok. Daar staat de heilige Catharina afgebeeld met haar gekende attribuut: een wiel. Zij geldt als patrones van de pottenbakkers en keramiekbewerkers die in dat wiel een verwijzing zagen naar het wiel waarmee zij de klei laten draaien tijdens het bewerken ervan.

Als je de kerk langs de zijdeur verlaat kom je op het binnenplein van het klooster dat zich hier ooit bevond. Paus Urbanus IV zou in dit klooster gestorven zijn op 2 oktober 1264, naar verluidt na het eten van vergiftigde vijgen.

In wat rest van de voormalige kloostergebouwen is nu het keramiekmuseum ondergebracht. Dit internationaal gewaardeerde museum moet je zeker bezoeken. Het bevat immers een rijke collectie keramieken kunstwerken van de vroegste periodes tot de hedendaagse tijd. Van groot belang is de uitgebreide verzameling rijkelijk versierde schotels en vazen uit de renaissance. Je zal er ook enkele vitrinekasten zien met fraaie keramieken schalen en recipiënten die als luxeverpakking werden gebruikt voor de befaamde ‘Baci’ en andere pralines van chocoladefabrikant Perugina uit het nabijgelegen Perugia. Interessant is ook de zaal met votiefplaten in glanzende keramiek.

Je komt tijdens je bezoek ook te weten hoe het moeilijke proces van het bakken van glanzende majolica-keramiek verloopt. De techniek om een goudkleurige glans (‘lustro’) aan te brengen op het keramiek is zo moeilijk dat gemiddeld slechts 6 op 100 werken als geslaagd kunnen worden beschouwd.

Als het niet te druk is – en dat is het meestal niet – dan zal een behulpzame medewerker van het museum je graag ook even meenemen naar de in 2008 ontdekte resten van de Fornace San Salvatore, oude keramiekovens uit de 15de eeuw die zich in de kelderverdieping van het museum bevinden.

Wandel na je bezoek aan het museum nog even tot aan de panoramische tuin (Giardino Panoramico). Ook hier tref je glanzende keramieken banken en tafels aan waar je even kan uitrusten en genieten van het mooie uitzicht op de Tibervallei aan de voet van de oude stad.

Als je geluk hebt (of als je op zaterdag de gratis geleide gidsbeurt volgt), dan kan je ook nog even binnenkijken in het kerkje van Sant’Antionio Abbate uit de 14de eeuw. In de linkerwand bevindt zich een kleine kapel met een uitzonderlijk goed bewaard fresco van de Madonna della Misericordia van de hand van Bartolomeo Caporali. Je ziet hoe de maagd Maria, op voorspraak van San Francesco en San Bernardino van Siena, haar mantel uitstrekt om de stad Deruta en haar inwoners (de mannen links in beeld, de vrouwen rechts) te beschermen tegen onheil. Dat onheil wordt gesymboliseerd door de drie pijlen in de hand van Christus die bovenaan staat afgebeeld. De pijlen staan symbool voor pest, oorlog en hongersnood.   

De baardige heilige aan wie het kerkje is gewijd, Sint Antonius Abt, staat vooraan afgebeeld in een zwarte pij en met een varkentje aan zijn voeten. Rond zijn portret zien we allerlei scènes uit zijn leven. Dit werk is van de hand van Giovanni Battista Caporali, de zoon van de eerder vermelde Bartolomeo. 

Tegen de rechterwand prijkt Sant’Isidoro, patroonheilige van de landbouwers en heel geliefd in het landelijke Umbrië. Let bij het verlaten van de kerk nog even op het kleine wijwatervat links van de poort. Als je goed oplet zie je aan het opschrift dat het om een gerecycleerd Etruskisch voorwerp gaat.

Voor een souvenir van Deruta kan je terecht in één van de keramiekwinkeltjes die je tijdens je wandeling door de stad hebt gezien. Toegegeven, het aanbod is doorgaans een variatie op hetzelfde thema. Eén winkeltje springt er wat ons betreft tussenuit: Giglioni in de Via Umberto I. Hier vind je niet de klassieke, veelkleurige en rijkelijk van bloemen en krullen voorziene schotels en kruiken, maar wel stijlvolle witte vazen, lampen, kaarsenhouders en andere voorwerpen die perfect passen in moderne interieurs. De sympathieke Daniela die in het kleine winkeltje aan het werk was, nodigde ons uit om ook eens een bezoek te brengen aan de werkplaats van het familiebedrijf Giglioni in de benedenstad, wat we uiteraard ook hebben gedaan. Daarvan vind je een verslag in dit artikel.


     

Colophon PIC

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties