Erice, stad van kerken, kloosters, kastelen en… koekjes

Erice

Als een arendsnest, gelegen op een steile rots die 750 meter boven de zeespiegel uitsteekt, kijkt Erice uit over de kustlijn rond Trapani en de Egadische eilanden… tenminste als de stad niet door de wolken verzwolgen is. Je kan Erice bereiken via een slingerende weg vol haarspeldbochten, maar een beter idee is om erheen te gaan met de Funivia, de kabelbaan. Je vindt ze aan de rand van de nabijgelegen stad Trapani.

De kabelbaan is ruim drie kilometer lang en brengt je in ca. 10 minuten tot bij de Porta Trapani, één van de toegangspoorten tot de stad. Geniet intussen van de adembenemende zichten.

Een eeuwenoude geschiedenis

Erice heeft vandaag een grotendeels middeleeuws uitzicht, maar de geschiedenis van de stad gaat veel verder terug in de tijd.

De stad werd gesticht door de Elymiërs, een volksstam uit Turkije die in de 8ste eeuw v. Chr. voet aan land zette in Sicilië en zich vestigde in steden als Segesta en Erice. De naam Erice zou verwijzen naar de Elymische koning Eryx, die volgens de legende een zoon was van de godin Aphrodite. Feit is dat de stad Erice tot in de Romeinse tijd werd beschouwd als een heilige stad van Aphrodite of Venus, zoals de Romeinen haar noemden. Aan de rand van de stad bevond zich een heiligdom met een grote tempel die gewijd was aan de godin van de liefde. De Romeinen vereerden haar als Venus Erycea. Van over de hele antieke wereld kwamen pelgrims hierheen om Venus te eren. Dat deden ze  door zich in de armen te gooien van de ‘priesteressen van Venus’, een politiek correcte benaming voor de tempelprostituées die in dit bijzondere heiligdom actief waren.

Met de komst van het Christendom werd alles wat nog enigszins verwees naar de heidense praktijken rond de Venuscultus vakkundig verwijderd. Er kwamen kerken in de plaats, veel kerken. Op een bepaald moment moet het kleine Erice een zestigtal kerken hebben geteld.

We beginnen onze verkenning van de stad bij de Porta Trapani, tegenover het station van de kabelbaan. Voorbij de Porta Trapani begint de Via Vittorio Emanuele die de stad helemaal doorkruist.

Duomo

We slaan op de Via Vittorio Emanuele al meteen linksaf waar we de imposante Torre di Re Federico III zien opdoemen die als klokkentoren fungeert voor de naastgelegen Duomo. In de toren kan je een combiticket kopen die je toegang verschaft tot de belangrijkste van de (vele) kerken in de stad. Je krijgt er ook een boekje bij met informatie, ook over de andere kerken en bezienswaardigheden.

Vanop het terras van de 13de eeuwse toren heb je een mooi uitzicht over de stad en de omliggende zee. Je moet wel een trap met 108 treden nemen om de 28 meter hoge toren te beklimmen.

Ook de Duomo kwam er, net als de toren, op initiatief van koning Frederik III van Aragon. Hij liet de kerk bouwen in 1314. In de loop der eeuwen onderging het gebouw meerdere verbouwingen en restauraties. De voorgevel vertoont de typische kenmerken van de Chiaramonte stijl met kantelen en gotische spitsbogen omgeven door een gekartelde lijst.

De drieschepige kerk bevat een heel aantal kunstwerken. Blikvangers zijn een Mariabeeld van de hand van Domenico Gagini in de derde kapel van de rechterzijbeuk en het marmeren altaarstuk met een tronende Madonna met kind in de centrale apsis. 

Links in de centrale apsis, boven de houten koorbanken, kan je in een ronde uitsparing nog een restant zien van de fresco’s die ooit de muren van de kerk sierden.

In de linkerzijbeuk hangt een grote marmeren plaat waarop de data worden vermeld waarop het waardevolle beeld van de Madonna van Custonaci vanuit het heiligdom aan de voet van de stad naar de Duomo werd overgebracht en ook de reden waarom. Vaak was de reden hevig onweer, maar ook pestepidemiën en oorlogen. Verderop in de linkerzijbeuk bereik je een ruime kapel waarin de kerkschatten worden bewaard.  

Kloosters…

Terug op de Via Vittorio Emanuele vervolgen we de weg om verderop de ruïnes te bereiken van het Monastero del SS. Salvatore. Dit voormalige paleis van de familie Chiaramonte werd in 1292 omgebouwd tot een nonnenklooster. Het was één van de zeven kloosters die de stad ooit telde. Je kan er de crypte bezoeken waar de kloosterzusters werden begraven en ook de kloostertuin en de werkruimtes waar graan werd gemalen en waar brood en lekkere gebakjes in de ovens werden geschoven.

Naast de kloosterruïne bevindt zich de kerk. Deze werd in 2017 weer werd opengesteld voor het publiek nadat ze jarenlang gesloten bleef.

… en koekjes

Verder in de straat bereik je één van de andere belangrijke attracties van de stad. Geen kerk deze keer, maar wel de populaire pasticceria van Maria Grammatico. Hier maken ze heerlijke gebakjes die tot ver buiten Erice bekend zijn. Alles wat je in de toonbank zal zien is lekker, maar dé specialiteit van het huis, dat zijn de met banketbakkersroom gevulde genovesi. Zeker eens proeven! Als je geluk hebt, kan je de inmiddels hoogbejaarde Maria Grammatico nog zelf aan de slag zien in haar atelier waar ze nog geregeld workshops geeft. Maria haalde haar ‘geheime’ recepten uit het klooster waar ze jarenlang zelf ook leefde.

Nog even doorwandelen en je komt op de kleine en gezellige Piazza Umberto I. Op het plein en in de straatjes errond vind je tal van winkeltjes. Het aanbod is echter vrij homogeen en bestaat hoofdzakelijk uit (keramieken) souvenirs en lokale delicatessen.   

Eén van de typische ambachtelijke producten waarvoor Erice wereldwijd bekendheid geniet zijn de kleurrijke, handgeweven Ericini-tapijten met geometrische motieven. Je vindt ze in alle kleuren en formaten.

Van Erice naar Monte San Giuliano en terug

Als je vanop de Piazza Umberto I rechts de Via Cordici neemt en even verder, bij de Piazza San Domenico opnieuw rechts de Via Filippo Guarnotti inslaat, bereik je de kerk van San Giuliano. Deze kerk zou in 1076 zijn opgericht door de Normandische Graaf Rogier I (1031 -1101) als dank voor de verovering van Erice op de Arabische bezetters. Hij wijdde de kerk aan San Giuliano tot wie hij had gebeden om de overwinning te behalen. In één moeite door liet hij Erice ook herdopen tot Monte San Giuliano, een naam die de stad zou dragen tot in 1934. De kerk kreeg haar huidige uitzicht in het begin van de 17de eeuw.  De belangrijkste bezienswaardigheid in de kerk is een groep beelden – i Misteri genaamd – die scènes uitbeelden uit het passieverhaal van Christus. Ze werden gemaakt door vaardige ambachtslui uit Trapani en werden door de gilden van de stad rondgedragen tijdens de jaarlijkse processie op Goede Vrijdag.

Kastelen

Even genoeg kerken gezien? Prima, we lopen de straat verder af naar een mooi park aan de de rand van de stad, de Giardino del Balio. Het park wordt beheerst door de massieve torens van het Castello del Balio. Op de hoek van het plein voor het kasteel heb je een schitterend panoramisch uitzicht over de zee en de Monte Cofano.

Dichterbij zie je ook de Torretta Pepoli en het Castello di Venere. De Torretta Pepoli is genoemd naar graaf Agostino Pepoli (1848-1911) die dit fraaie palazzo in 1870 liet bouwen. Het Castello di Venere werd in de 12de eeuw door de Noormannen gebouwd op de resten van de antieke tempel van Venus. Later zou het kasteel onderdak bieden aan de Spaanse bezetters van het eiland. Onder het koningschap van de Bourbons werd het omgebouwd tot een gevangenis.

We storten ons terug in het netwerk van kronkelende straatjes en gaan op zoek naar nog een laatste kerk: de Chiesa di San Martino. Ook deze kerk werd opgericht door hertog Rogier I en werd later meermaals herbouwd.  In het barokke voorportaal herkennen we naast de buste van de heilige Martinus twee figuren die uit de vlammen oprijzen. Ze stellen zielen voor die gereinigd worden in het vagevuur en verwijzen naar het feit dat de kerk onderdak bood aan de Broederschap van het Vagevuur (Confraternità del Purgatorio). De fraaie, barokke vergaderzaal van dit broederschap kan je bezoeken door vanuit de kerk de sacristie door te wandelen.

Honger of dorst gekregen van de wandeling? Geen nood, bars en restaurantjes genoeg in het levendige centrum van dit toeristische stadje. Liever een ijsje? Kies dan voor Gelateria Liparoti vlakbij de Porta Trapani waar we eerder aan onze verkenning van Erice begonnen.    

Belangrijke tip: mijd de wolken!

Het hooggelegen Erice ligt – jammer genoeg – vaak in de wolken. Als het kan, probeer dan Erice te bezoeken op een dag waarop de stad niet in een deken van wolken gehuld is. De regel is eenvoudig: als je de stad niet kan zien liggen van beneden aan de kust, dan zal je ook in de stad zelf niet veel te zien krijgen. De foto’s hieronder spreken voor zich.

Erice

(Fotocredits: Antonio Zaccaria)


Colophon - Segesta

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties