Taralli ‘sugna e pepe’: een gepeperde snack uit Napels

Bij het horen van het woord taralli denken de meesten onder jullie ongetwijfeld aan de heerlijke lusvormige crackers, een typische snack uit Puglia, die we ook hier bij ons vaak geserveerd krijgen in Italiaanse restaurants. Al kuierend door de gezellige straten van Napels maakten we echter kennis met een andere soort taralli… Gevlochten deegkransen bomvol amandelnoten keken ons vanuit bakken op straat of vanuit etalages uitnodigend aan.

En ja, we gaven toe aan de verleiding, kochten enkele taralli en waren meteen zelf verkocht :-)! De uitgesproken pittige smaak van peper (pepe) gecombineerd met de zachte smaak van reuzel (sugna of strutto) en amandelen (mandorle) maakt deze taralli werkelijk uniek. We ontdekten ook dat aan deze taralli een romantisch verhaal verbonden is, zoals we van Italianen gewend zijn. De twee gevlochten strengen zouden namelijk geïnspireerd zijn op twee geliefden… Lees meer hierover in dit artikel elders op onze blog.

Thuis wilden we zelf deze taralli bakken, wegens té lekker! Toegegeven, het bakproces vergt wel wat tijd, vooral dan rijstijd, maar het loont absoluut de moeite. Het resultaat is werkelijk verbluffend! En op die manier brengen we hier bij ons een pittig stukje Napels binnen… Aardig meegenomen, toch?

Ingrediënten (voor ca. 14 stuks)      

-het voorbereidende deeg (12 uur voorafgaand aan het definitieve deeg)

• 80 g manitobabloem (= bloem type 0 voor een lange gisting, te verkrijgen in Italiaanse speciaalzaken)
• 8 g verse biergist
• 60 ml lauw water

 -het definitieve deeg

• 230 g tarwebloem (bij voorkeur type 00)
• 150 g reuzel /smout
• 6 g grof gemalen zwarte peper
• 10 g zout
• 3 g suiker
• 100 ml water
• 200 g ongepelde amandelnoten

Bereiding:                   

-het voorbereidende deeg (12 uur vooraf)

• Doe het lauwe water in een kom en laat daarin de verkruimelde gist smelten. 
• Voeg de bloem toe en kneed licht met de vingers tot een (tamelijk kleverig) deeg. 
• Sluit de kom heel goed af met plasticfolie en laat die op kamertemperatuur staan.

-het definitieve deeg

• Doe de bloem in een kom en leg in het midden ervan het deeg dat je de avond voordien bereid hebt. Voeg ook de reuzel, de zwarte peper, het zout, de suiker en het water toe en kneed alles tot een homogeen deeg. 
• Hak de amandelnoten heel grof en meng ze goed onder het deeg.
• Haal het ‘deegbroodje’ uit de kom, was de kom even af en leg het deeg er opnieuw in. Bedek de kom met plasticfolie en laat het een uur rusten.
• Knijp van het deeg stukjes van 30 g en maak er telkens een bolletje van. 
• Rol elk bolletje met de handen uit tot een rolletje van 20 cm lang. 
• Maak een vlecht van telkens twee rolletjes en verbind de uiteinden zodat je een cirkel krijgt.
• Leg de deegkransen verspreid op een met bakpapier belegde bakplaat en laat ze nog een uurtje rijzen op een warme plek.
• Verwarm de (warmelucht)oven voor op 180°. Bak de taralli 10 min.
• Verlaag de oventemperatuur tot 160° en bak de taralli nog een 40-tal minuten  verder tot ze er goudgeel uitzien. 
• Zet de oven uit en laat de taralli in de oven zelf afkoelen. Zet wel de ovendeur op een kier door er een houten lepel tussen te steken. Zo verdwijnt de vochtigheid en worden de taralli ook van binnen helemaal krokant.
• Bewaar de taralli in een blikken doos.

***