De archeologische site van Tarquinia – op zo’n honderd kilometer ten noordwesten van Rome – vormt, samen met die van Vulci en Cerveteri, één van de belangrijkste informatiebronnen over de Etruskische beschaving. De Etruskische beschaving begon omstreeks 900 v. Chr. en verspreidde zich gaandeweg over een groot deel van het Italische schiereiland, van het huidige Campanië in het zuiden tot aan de voet van de Alpen in Noord-Italië. De Etrusken werden door de Romeinen Tusci genaamd. Die naam leeft nog door in ‘Toscane’, de regio die het eigenlijke kerngebied van de Etruskische beschaving vormde.
Van de oorspronkelijke Etruskische steden is weinig bewaard gebleven, vooral omdat ze later door de Romeinen werden veroverd en grondig verbouwd. Onze kennis van de Etrusken is hoofdzakelijk gebaseerd op vondsten in de monumentale dodensteden die ze aanlegden in de onmiddellijke nabijheid van hun versterkte steden. In tegenstelling tot de steden zelf, zijn sommige necropolen van de Etrusken wel goed bewaard gebleven. De belangrijkste zijn de Necropoli della Banditaccia in Cerveteri en de Necropoli dei Monterozzi in Tarquinia. Beiden werden door de Unesco erkend als Werelderfgoed.
De necropool van Tarquinia is vanuit archeologisch oogpunt bijzonder interessant, met name omdat hier – in tegenstelling tot elders – de oorspronkelijke fresco’s waarmee de graftombes werden versierd uitzonderlijk goed bewaard zijn gebleven. Ze vormen niet alleen een unieke sleutel tot een beter begrip van de Etruskische cultuur, maar ze zijn ook de best gedocumenteerde getuigenis van de antieke schilderkunst van voor de Romeinse keizertijd.
Verspreid over de relatief kleine site kan je maar liefst 21 ondergrondse graftombes bewonderen. Je bereikt ze via een trap die je tot de ingang van de tombe leidt. De tombes zelf moet je vanachter een glazen raam bekijken nadat je op de verlichtingsknop hebt gedrukt. Deze beveiligingsmaatregelen zijn noodzakelijk om de ca. 2500 jaar oude fresco’s ook voor toekomstige generaties in stand te houden.
De Etruskische graftombes, uitgehakt in de rotsachtige ondergrond, hebben het uitzicht van een woning, met een (beschilderd) dak en ligbedden langs de muren. In de tombes zelf werden tal van gebruiksvoorwerpen teruggevonden die de overledenen zouden nodig hebben in het hiernamaals. Etrusken geloofden immers in een leven na de dood. En om dat leven na de dood aangenaam te maken werden ook de grafkamers binnenin rijkelijk beschilderd met veelkleurige taferelen die niet zelden ontleend werden aan het dagelijkse leven. We zien scènes uit de jacht en de visvangst, natuurlandschappen met vogels en andere dieren, lijkspelen ter ere van de dode, feestelijke banketten en dansende en musicerende mensen.
Maar we zien ook scènes met een meer religieuze betekenis, die de tocht van de overledene naar het dodenrijk weergeven. In die scènes zien we vaak een dreigend uitziende, baardige man met een hamer. Dit is Charun (de Etruskische versie van de Griekse Charon), de demon die de doden naar de onderwereld begeleidt. Een ander vaak voorkomend personage is Vanth, een vrouwelijke demon met een fakkel in de hand. Meestal wordt ze afgebeeld met haar hand op de schouder van de overledene. Een ander vaak voorkomend symbool is een geschilderde deur, die de poort naar de onderwereld voorstelt.
Niet alle graftombes zijn vanuit artistiek en historisch oogpunt even interessant. We nemen je even mee langs enkele tombes die op ons de meeste indruk hebben nagelaten.
Tomba del Cacciatore (Tombe van de Jager)
Deze tombe is opgevat als een jachttent, met houten palen en een wit, doorschijnend tentdoek. Door de tent heen zien we weiden, bomen en dieren die worden opgejaagd. Het dak van de tent bestaat uit veelkleurige vierkante vlakken. Aan het houten gebinte rond de tent zijn touwen, reishoeden en tijdens de jacht gevangen eenden opgehangen.
Tomba della Pulcella (Tombe van het Dienstmeisje)
Deze rijkelijk beschilderde tombe – met een lange toegangsweg – toont een banketscène waarbij verschillende koppels aanliggen aan de feestdis. Dienstmeisjes en -jongens brengen de etenswaren aan. De felrode kleuren zorgen voor een levendig effect. De verfijnde kledij van de genodigden verraadt meteen hun hoge status. Ook de aanligbedden zelf zijn bedekt met hoogwaardige stoffen en kussens.
Tomba delle Leonesse (Tombe van de Leeuwinnen)
Deze fraaie tombe ontleent haar naam aan de twee gevlekte leeuwinnen die elkaar aankijken op de achterwand van de tombe, net onder het roodwitte dak in dambordmotief. Over de hele wand zien we onderaan een golvende zee met dolfijnen die sierlijk uit het water opduiken. Daarboven staat opnieuw een klassieke banketscène afgebeeld met aanliggende gasten die zich lijken te amuseren. Voor het amusement zorgen dansers en muziekspelers.
Tomba dei Leopardi (Tombe van de Luipaarden)
In deze elegante tombe zijn we getuige van een banketscène met gasten – mannen en vrouwen – die in een levendige conversatie zijn gewikkeld. Boven hen zien we twee gevlekte luipaarden. Op de linkerwand brengt een stoet dienaars schotels aan terwijl rechts muzikanten en dansers voor de nodige sfeer zorgen. Beroemd is de afbeelding van de dubbelfuitspeler.
Vergeet niet om na je bezoek aan de archeologische site ook het Etruskisch museum te bezoeken. Dat is ondergebracht in het mooie Palazzo Vitelleschi in de stad zelf. Het museum heeft – na het Museo della Villa Giulia in Rome – wellicht de meest interessante collectie Etruskische kunst ter wereld.
Op de benedenverdieping van het museum zijn tal van monumentale sarcofagen te zien, afkomstig uit de vele graftombes rond de stad. Vele van de sarcofagen bevatten gedetailleerde en waarheidsgetrouwe afbeeldingen van de personen die erin begraven werden. Dat het om welstellende personen ging blijkt uit de rijkeljke kledij en – in sommige gevallen – uit de gewelfde, weldoorvoede buik, een teken van rijkdom.
Het pronkstuk van het museum is echter het prachtige terracotta beeld van twee gevleugelde paarden die heel geraffineerd werden uitgewerkt. Het is een meesterwerk van de Etruskische beeldhouwkunst. Ooit sierden ze het fronton van een Etruskische tempel, de Ara della Regina, waarvan enkel de funderingen bewaard zijn gebleven.
In de andere zalen van het museum worden grafurnen en gebruiksvoorwerpen getoond die in de graftombes werden teruggevonden.
Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vond, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!
Reacties