Noto, hoofdstad van de Siciliaanse barok

Noto

De stad Noto staat samen met zeven andere steden in Zuidoost-Sicilië (Caltagirone, Catania, Militello Val di Catania, Modica, Palazzolo Acreide, Ragusa en Scicli) op de lijst van Unesco Werelderfgoed omwille van het waardevolle erfgoed uit de late baroktijd. Noto is een bijzonder aangename stad die zich makkelijk laat bezoeken omdat vrijwel alle bezienswaardigheden elkaar netjes opvolgen langs de centrale Corso Vittorio Emanuele.

Doordacht en overzichtelijk stadsplan

De historische binnenstad vormt één harmonieus geheel en dat komt omdat het huidige Noto eigenlijk een volledig nieuwe stad is die hier in de 18de eeuw op een heuvelflank werd aangelegd. De oude stad, zo’n acht kilometer verderop gelegen, werd in 1693 immers door een verwoestende aardbeving helemaal van de kaart geveegd. Het nieuwe Noto werd gebouwd volgens een doordacht plan dat de stad in drie delen verdeelde. Op het hoogste deel van de heuvel, langs de huidige Via Cavour, werden residenties gebouwd voor de adel en de rijke burgerij. Daaronder, langs de Corso Vittorio Emanuele, werden kerken, kloosters en officiële gebouwen gegroepeerd. In de lager gelegen wijk, begrensd door de Via Ducezio stonden de huisjes voor het gewone volk. Die driedeling bepaalt ook vandaag nog het uitzicht van de stad.

Koninklijke stadspoort

We starten onze verkenning van de stad in het mooie stadspark waar de Netini, zoals de inwoners van Noto genoemd worden, graag verkoeling komen opzoeken. In de schaduw van de boomrijke boulevard wandelen we langs een rij kraampjes met Siciliaanse lekkernijen en souvenirs naar de monumentale toegangspoort tot de stad: de Porta Reale, ook wel Porta Ferdinandea genaamd. Deze triomfboog in neoclassicistische stijl werd in 1838 gebouwd ter gelegenheid van het bezoek van Koning Ferdinand II van Bourbon aan de stad. De poort wordt bekroond door drie beelden met een symbolische betekenis. Centraal staat een pelikaan, een christelijk symbool voor gulheid en zelfverloochening. Links een toren, die de kracht van de stad illustreert en rechts een hond die de trouw belichaamt.

Ideaal filmdecor

Onder de boog door wandelen we de stad binnen. Tussen de winkeltjes door vallen de kleurrijke affiches op van de vele films die ooit in de straten van Noto werden opgenomen. Recent werden er nog opnames gemaakt voor de populaire Netflix serie The White Lotus.

Slenterend langs de Corso begrijp je meteen waarom heel wat filmregisseurs in Noto met haar barokke kerken, pleinen en paleizen het perfecte decor vonden. Zeker wanneer de ondergaande zon de tufstenen gevels laat oplichten in een warme, goudgele gloed is de sfeer in de stad ronduit magisch.

Kerken en kloosters

Algauw komen we aan op een eerste pleintje met in het midden een fontein: de Vecchia Fontana dell’Immacolata. De naam verwijst naar de kerk die zich boven het plein verheft: de Chiesa di San Francesco d’Assisi all’Immacolata. We bereiken de kerk en het aangrenzende klooster van de broeders Franciscanen langs een brede, monumentale trap die tegen de helling waarop de stad is gebouwd oploopt. Trappen als deze zullen we verder in de stad nog op onze weg vinden. De sobere barokgevel is van de hand van de in Noto geboren architect Vincenzo Sinatra.

Binnenin zien we een aantal kunstwerken die werden gered uit de voormalige kerk die in 1693 vernield werd door de aardbeving. Mooi is het beschilderde houten beeld van een Madonna met Kind uit 1564. Tegen de zijwand aan de rechterkant staat een grafsteen opgesteld van een Franciscaner monnik die in de oude kerk begraven lag.

We vervolgen onze wandeling langs de Corso en passeren even verderop links de Chiesa di Santa Chiara en het bijhorende klooster met gewelfde smeedijzeren traliehekken voor de vensters. Ook deze kerk betreden we via een trap aan de zijkant. Binnenin worden we meteen overweldigd door de barokke overdaad van het blanke stucwerk waarin kleine engeltjes (putti) terug te vinden zijn. De kerk heeft een ovalen grondplan met een gewelf dat steunt op twaalf pilaren. In de nissen rondom hangen schilderijen waarin Santa Chiara en andere heiligen de revue passeren.

Voorbij de Santa Chiara bereiken we de Piazza Municipio, het mooiste en grootste van de drie pleinen langs de Corso Vittorio Emanuele. Hier verrijst de statige Cattedrale di San Nicolò helemaal bovenaan een brede, monumentale trap.

Palazzo Ducezio, het balkon van de stad

Vooraleer we aan de beklimming van de trappen beginnen, bezoeken we eerst even het elegante Palazzo Ducezio, het stadhuis van Noto, gebouwd in 1760.

Op de gelijkvloerse verdieping kan je de Sala degli Specchi (Spiegelzaal) bewonderen waarin belangrijke gasten werden ontvangen. Centraal op het plafond wordt in een fresco de stichting van de antieke stad Noto weergegeven. We zien hoe een architect aan Ducetius, de koning van de Siculiërs, de plannen ontvouwt voor de bouw van Neas, het latere Noto.

De belangrijkste reden om het Palazzo Ducezio te bezoeken is echter het balkon op de eerste verdieping. Vanop het lange balkon krijg je immers het monumentale hart van de stad in al zijn grootsheid te zien. Houd het fototoestel maar in de aanslag!

Statige kathedraal

De kathedraal werd in 1703 officieel ingehuldigd, maar onderging daarna nog heel wat verbouwingen. Nadat we vanop afstand de brede, fraaie en symmetrische voorgevel hebben bewonderd schrijden we eerbiedvol langs de trap omhoog om de kerk binnen te gaan. Daar valt meteen op hoe sober en vooral hoe eigentijds het interieur oogt. Dat komt omdat in 1996 het dak volledig instortte ten gevolge van eerdere constructiefouten. Pas in 2007 werd ze opnieuw voor het publiek geopend. De kleurrijke, moderne fresco’s in de koepel en de glasramen contrasteren mooi met de hagelwitte wanden.

Geraffineerd stadstheater

Terug op de Corso wandelen we verder tot we een derde plein bereiken, de Piazza XVI Maggio waar een grote Herculesfontein, afkomstig uit de oude stad, de aandacht trekt. Aan de rechterzijde van het plein bewonderen we de barokke gevel van de Chiesa di San Domenico, geflankeerd door het voormalige klooster van de broeders Domenicanen. Aan de linkerkant, recht tegenover de fontein, ontwaren we de gevel van het kleine en gezellige stadstheater. Het hoefijzervormige theater biedt plaats aan 308 bezoekers en beschikt over 88 kleine loges, verdeeld over vier verdiepingen. Het theater is sinds 2012 vernoemd naar Tina de Lorenzo, de dochter van een edelman uit Noto die hier op jonge leeftijd haar eerste optreden maakte en de basis legde voor een internationale carrière als actrice.

Klimmen, kijken en genieten

We keren op onze stappen terug in de richting van de kathedraal en besluiten om ook nog even binnen te lopen in de Chiesa di San Carlo. We beklimmen er een smalle wenteltrap die ons naar twee terrassen brengt van waarop we de kathedraal en het plein nog eens vanuit een andere perspectief te zien krijgen. Opnieuw zijn we onder de indruk van de monumentale barokpracht van deze fijne stad.

Het bloementapijt van de Via Nicolaci

Terug beneden lopen we de Via Corrado Nicolaci in. Elke derde zondag van mei vormt deze straat het decor voor de Infiorata. De hellende straat wordt dan omgetoverd in één langgerekt bloementapijt. Elk jaar wordt een bepaald thema gekozen dat dan in verschillende kleurrijke taferelen wordt uitgewerkt.

Dwalen door de kamers van het Palazzo Nicolaci

Iets hoger in de straat bereiken we het Palazzo Nicolaci, het ruim bemeten stadspaleis van de adellijke familie Nicolaci. Het gebouw dat meer dan 90 kamers telt werd ontworpen door Rosario Gagliardi. De bouw startte in 1720 en werd pas voltooid in 1765 door Gagliardi’s leerling Vincenzo Sinatra. Aan de straatkant trekken de barokke balkons, ondersteund door fraai gesculpteerde figuren van leeuwen, sfinksen, sirenen, gevleugelde paarden en andere vreemde creaturen de aandacht. 

In het palazzo kan je de piano nobile bezoeken. Je bereikt de eerste verdieping via een brede trappenhal in neoclassicistische stijl. De opeenvolgende zalen geven een goed idee van hoe het leven er in de 18de en 19de eeuw moet hebben uitgezien in adellijke kringen.

De Sala del Tè heeft een opvallende oosterse wanddecoratie. Let vooral op de intrigerende Chinese figuren die vanop het plafond toekijken.

Indrukwekkend is de Salone delle Feste met balkons in trompe l’oeuil langs de wanden en met een fresco van Apollo en Aurora op het plafond.

De Via Nicolaci loopt uit op de Chiesa di Montevergine. De concave gevel, gevat tussen de twee vierkante klokkentorens, zorgt voor een bijzonder visueel effect. Ook hier was het Vincenzo Sinatra die tekende voor het meesterlijke ontwerp.

Kleurrijke trappen

We wandelen nog even rechts de Via Cavour in om iets verderop in de straat de kleurrijke trappen te bewonderen aan de Via Fratelli Bandiera en de Via Mariannina Coffa. De versieringen van de trappen veranderen jaarlijks en houden verband met het thema van de Infiorata. In 2023 was het thema ‘film’.

Langs de Via Vincenzo Gioberti dalen we terug af naar de Corso Vittorio Emanuele. Net voor we de Corso bereiken komen we op een plein dat aan de noordzijde wordt begrensd door de indrukwekkende Basilica del Santissimo Salvatore, een zoveelste pareltje van religieuze barokarchitectuur in Noto. Een waardig besluit van onze rondwandeling in Noto.

Vanop het brede terras voor de kerk genieten we nog een laatste keer van het uitzicht op de twee belangrijkste monumenten van de stad: de Cattedrale di San Nicolò en het Palazzo Ducezio.

Eetadresje

Omkomen van honger en dorst zal je in Noto zeker niet doen. Langs de Corso Vittorio Emanuele en in de omliggende straten volgen de bars en eetgelegenheden elkaar snel op. Wij hebben genoten van een lekkere lunch in het gezellige kader van de Cantina Modica di San Giovanni, gelegen tegenover het Palazzo Nicolaci. Op het buitenterras aan de straatkant eet je – letterlijk – onder de barokke balkons. De gerechten worden er bereid met seizoensgebonden producten die afkomstig zijn van een eigen boerderij buiten de stad. In de keuken wordt dagelijks verse pasta gemaakt. Na de lunch kan je op de eerste verdieping van het palazzo nog even een kijkje gaan nemen in het kleine museum volgestouwd met antieke voorwerpen uit de 18de en 19de eeuw.


Colophon - Segesta

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vindt, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!

Reacties