Het stadje Caprarola, gelegen op zo’n 50 kilometer ten noorden van Rome, wordt gedomineerd door het imposante Palazzo Farnese. Het is één van de vele residenties die de schatrijke familie Farnese in de 15de en 16de eeuw in deze regio liet bouwen.


Het was kardinaal Alessandro Farnese die in 1530 aan architect Antonio da Sangallo de opdracht gaf voor de bouw van een residentie. Het oorspronkelijke plan voorzag de bouw van een vijfhoekige vesting met grote, versterkte torens. Toen Sangallo in 1546 stierf, kwamen de werken stil te liggen. Drie jaar later zou ook Alessandro Farnese, inmiddels gepromoveerd tot paus Paulus III, overlijden.
De kleinzoon van paus Paulus III, eveneens Alessandro Farnese (1520-1589) genaamd en door zijn pauselijke grootvader tot kardinaal benoemd (op veertienjatige leeftijd!), wou het bouwproject van zijn grootvader verderzetten. Hij schakelde daarvoor architect Jacopo Barozzi da Vignola in. Deze behield het oorspronkelijke, vijfhoekige grondplan, maar in plaats van een versterkte vesting maakte hij er een riant renaissancepaleis van, met tientallen rijkelijk gedecoreerde zalen. Waar oorspronkelijk verdedigingstorens waren gepland kwamen nu ruime terrassen. In het midden liet hij een elegante, ronde binnenplaats aanleggen, omgeven door een gewelfde portiek met twee verdiepingen. Het gebouw zelf was vijf verdiepingen hoog.

Aan de voorzijde van het palazzo liet Vignola een groot plein aanleggen. Op die manier kon de residentie vanuit de lager gelegen stad in al haar glorie worden aanschouwd en bewonderd.


Aan de achterzijde liet hij een deel van de heuvel afgraven zodat tussen de residentie en de langzaam oplopende heuvel een diepe kloof gaapte. Op de heuvel werd later een uitgestrekte ommuurde tuin aangelegd die vanuit het palazzo via een brug kon worden bereikt.
De bouw van het palazzo zoals we het vandaag te zien krijgen begon in 1559 en werd voltooid omstreeks 1573. De doordachte vormgeving, de vele, rijkbeschilderde zalen en de mooie, strak aangelegde tuinen maken het Palazzo Farnese in Caprarola tot één van de meest indrukwekkende meesterwerken van de renaissance-architectuur.
We steken het plein over en via een dubbele trap bereiken we de toegangspoort tot het Palazzo. Deze bevindt zich op de Piano dei Prelati (verdieping van de prelaten). Hier bevonden zich voornamelijk gastenverblijven en ruimtes voor grote, publieke evenementen.

Het bezoek begint in de Sala della Guardia (Zaal van de Wachters). Gasten van de kardinaal die hier moesten wachten om toegang te krijgen tot het paleis konden zich meteen een beeld vormen van het prestige van hun gastheer: centraal op het plafond zagen ze het wapenschild van de familie Farnese met de kenmerkende lelies. Links en rechts ervan twee andere wapenschilden die verwezen naar de familiebanden van de Farneses met zowel de Habsburgse keizers als de Portugese koninlijke familie. Andere fresco’s tonen de stad Caprarola en het Palazzo zelf. Leuk detail: de kleine medaillons met landschappen op het plafond zijn van de hand van de Vlaamse schilder Cornelis Loots.



Van hieruit bereiken we de mooie, ronde binnenplaats. In het midden zien we een marmeren putdeksel dat doet denken aan de Bocca della Verità in Rome. Hier werd het regenwater opgevangen. Via de portiek rond de binnenplaats bereik je de verschillende zalen die zich op deze verdieping van het paleis bevinden.




Sala di Giove
De Sala di Giove (Zaal van Jupiter) is versierd met een frescocyclus die verschillende episodes uit het leven van de oppergod Jupiter weergeeft. Volgens de mythologische overlevering werd Jupiter op de berg Ida in leven gehouden door nimfen die hem voedden met melk van de geit Amalthea. Als dank werd de geit later door Jupiter tot een sterrenbeeld verheven en aan de hemel geplaatst. De keuze voor dit mythologische verhaal is een subtiele verwijzing naar het ontstaan van de stad Caprarola. De stad werd immers ooit gesticht door geitenhoeders. Die oorsprong blijkt overigens nog steeds uit de naam, waarin we ‘capra’, het Italiaanse woord voor geit, herkennen. Uiteraard is de figuur van Jupiter een verwijzing naar Alessandro Farnese zelf, de man die ervoor zou zorgen dat het bescheiden herdersdorp Caprarola door zijn aanwezigheid, een sterrenstatus zou krijgen, net als de geit Amalthea uit de mythe.





Stanza della Primavera
Ook de Stanza della Primavera (Kamer van de Lente) is een juweeltje. Het is één van de vier kamers die elk één van de vier seizoenen weergeven. Ook hier vallen weer de lelies, symbool van de familie Farnese, op. We herkennen ook hier weer mythologische scènes zoals de roof van Europa en de roof van Proserpina, gebeurtenissen die geassocieerd worden met de lente.


Appartamento Invernale
De andere vleugel van de Piano dei Prelati bestaat uit vijf opeenvolgende ruimtes die samen het Appartamento Invernale (Winterappartement) vormen. Hier konden de hoge gasten van de kardinaal logeren. De oriëntatie op het zuiden zorgde ervoor dat het hier ook in de koude wintermaanden behaaglijk warm kon zijn. Opvallend zijn ook hier weer de wapenschilden en de alomtegenwoordige lelies die de bezoekers eraan herinnerden wie hun loyale gastheer was. Een ander heraldisch symbool waarmee de familie Farnese graag uitpakt, is dat van de witte eenhoorn, symbool van nederigheid en wijsheid, maar soms ook van gewelddadige daadkracht. Het schuwe mythologische dier laat zich enkel benaderen door een jonge maagd, symbool van kuisheid. Vaak worden de eenhoorn en de maagd samen afgebeeld.


Scala Regia
De hogergelegen verdieping, Piano Nobile genaamd, bereik je via een mooie en ingenieuze wenteltrap, de Scala Regia. Deze overweldigende, koninklijke trap is een knap staaltje architectuur waaruit het genie van Vignola blijkt. Voor het ontwerp haalde hij duidelijk zijn inspiratie bij de befaamde dubbele wenteltrap van Bramante in de Vaticaanse paleizen in Rome. De rijkelijke fresco’s die de hele trapzaal vullen van onder tot boven zijn van de hand van onder meer Antonio Tempesta.






De trap begint op het tussenverdiep, waar bezoekers per koets het paleis binnenkwamen, en leidt via de Piano dei Prelati, waar bezoekers te voet aankwamen, naar de Piano Nobile. Hier bevonden zich de privé-vertrekken van kardinaal Farnese en salons waarin hij in alle discretie hoge gasten kon ontvangen en entertainen. Deze hele verdieping is een opeenvolging van zalen en kamers, de ene nog mooier en luxueuzer dan de andere. We lichten er enkele uit…
Loggia di Ercole
Deze ruime en lichtrijke zaal is als een balkon dat uitziet over de stad. De kleurrijke vloer in keramiektegels en de fontein aan de linkerzijde maken duidelijk dat deze ruimte als een soort terras werd gebruikt waar men kon genieten van de buitenlucht. De fresco’s op de wanden brengen het verhaal van het ontstaan van het nabijgelegen Lago di Vico. Niemand minder dan de mythologische held Hercules zou het meer hebben laten ontstaan door zijn speer in de bodem te planten en er vervolgens weer uit te trekken. Het volledige (beeld)verhaal lees je in dit artikel.





Cappella
In de ronde kapel herkennen we op het plafond scènes uit het Oude Testament. In de kleurrijke glasramen staan de twaalf apostelen afgebeeld. Ze zijn van de hand van een zeker Roberto Fiammingo, een Vlaamse kunstenaar die aan het hof van Alessandro Farnese werkzaam was. Bijzondere aandacht verdient ook het fresco met de rouwende Maria aan het graf, in het gezelschap van Johannes De Doper, Maria Magdalena en enkele apostelen. Onder die apostelen herkennen we het gezicht van architect Vignola (als Jacobus) en schilder Taddeo Zuccari (als Thaddeus).




Sala dei Fasti Farnesiani
Dit ruime salon waar belangrijke gasten en delegaties werden ontvangen fungeerde als een pronkkamer waarin de kardinaal kon uitpakken met de belangrijkste verwezenlijkingen van zijn illustere familie. De taferelen op het plafond en de muren vormen een soort fotoalbum van de Farneses. Op het plafond worden de verdiensten van de vroegste vertegenwoordigers van de familie verheerlijkt (1100-1345). We zien onder meer de stichting van Orbetello door Pietro Farnese, de vrede van Orvieto, de triomftocht van Pietro Nicolo Farnese na de overwinning van Firenze op Pisa, …



Op de wanden zijn we getuige van enkele hoogtepunten uit het leven van de Farneses tijdens hun glorietijd, de periode die samenviel met het pontificaat van Paulus III. We zien hoe de paus zijn famileleden Pier Luigi en Orazio benoemt in hoge functies. We zijn getuige van twee huwelijken, dat van Ottavio Farnese met Margaretha van Oostenrijk (1539) en dat van Orazio Farnese en Maria van Valois (1552). We zijn erbij als de Franse koning Lodewijk I keizer Karel V ontvangt in Parijs, in het gezelschap van kardinaal Alesandro Farnese. Het moet voor de gasten moeilijk geweest zijn om niet onder de indruk te raken van zo’n familiegeschiedenis.






Anticamera del Consiglio
Het verhaal van de familie gaat verder in de nabijgelegen ruimte, de Anticamera del Consiglio, waar de kardinaal discrete gesprekken had met zijn gasten. De meeste scènes hier verwijzen naar episodes uit het lange pontificaat van Paulus III (tussen 1534 en 1549). We zien o.m. zijn aanstelling tot paus, de excommunicatie van Hendrik VIII van Engeland, de start van het Concilie van Trente (waaraan de zaal ook haar naam ontleent)




Op de Piano Nobile bevinden zich verder nog een reeks kleinere privévertrekken van de kardinaal. Een prachtige fresco siert het plafond van de Camera dell’Aurora. We zien hoe Aurora, de godin van de dageraad, de opkomende zon aankondigt en de nacht verjaagt.



Even verderop betreden we het Gabinetto dell’Ermatena, een kleine studeerkamer waar de kardinaal zich graag terugtrok. Op het plafond zien we een merkwaardige afbeelding: een androgyne figuur die zowel Hermes (Mercurius) als Athena (Minerva) voorstelt. Deze tweeëenheid staat symbool voor het samengaan van welsprekendheid en wijsheid, kwaliteiten die de kardinaal ongetwijfeld ook graag zelf wou uitstralen.

Sala del Mappamondo
Het laatste hoogtepunt van de verkenning van het Palazzo is een grote zaal met aardrijkskundige kaarten, de Sala del Mappamondo. Op de lange wanden worden de vier continenten afgebeeld die toen bekend waren: Europa, Azië, Amerika en Afrika. Twee kaarten zijn gewijd aan de landen die aan de oorsprong liggen van het Christendom: Judea en Italië.




De kaarten op de wand zijn zo fascinerend dat je bijna zou vergeten ook even naar het plafond te kijken. Dat zou jammer zijn want daar is een kleurrijk, wervelend fresco te zien met een afbeelding van de sterrenbeelden aan het firmament.


Boven de deuren en vensters zien we portretten van grote ontdekkingsreizigers. We herkennen onder meer Marco Polo, Amerigo Vespucci en Christoffel Colombus.

Naar verluidt zou Paus Gregorius XIII, die in 1578 in deze zaal eregast was op een feestelijk banket, hier de inspiratie hebben opgedaan voor de lange galerij met geografische kaarten die hij kort daarna liet aanleggen in de Vaticaanse paleizen.
Voorbij de Sala del Mappamondo passeren we nog enkele kleinere zalen. De eerste is de Anticamera degli Angeli met bijbelse scènes waarin engelen een rol spelen. In één ervan zien we hoe een engel redding brengt voor de martelaar Daniël die in een leeuwenkuil was gegooid.

In een ander tafereel zien we hoe de aartsengel Michaël verschijnt boven de Engelenburcht in Rome en zijn zwaard in de schede steekt. Daarmee kondigt hij het einde van de pest aan die de stad lange tijd had geteisterd en verhoort hij de gebeden van de deelnemers aan een processie.


Op het ronde plafond zien we de ‘Val van de opstandige engelen’ waarin duivelse wezens zondige engelen naar de hel begeleiden. De vreemde figuur met spitse oren die uit één van de wolken opduikt, zou een zelfportret zijn van de schilder van het fresco, Bertoja.


In de Sala dei Sogni, de slaapkamer waar de kardinaal in de wintermaanden overnachtte, wordt de aandacht getrokken door een indrukwekkend ovaalvormig fresco op het plafond dat de zogenaamde ‘Ladder van Jacob’ voorstelt, een verwijzing naar de bijbelse figuur Jacob die tijdens een droom een ladder zag die naar de hemel leidde. Het landschap waarin de ladder staat afgebeeld, is van de hand van de eerder vermelde Vlaamse schilder Cornelis Loots.


Een bezoek aan het Palazzo Farnese is niet compleet zonder een wandeling door de uitgestrekte tuinen. Daarover verneem je meer in dit artikel.
Wie na de wandeling honger heeft gekregen kan voor een lekker en verfijnd middag- of avondmaal terecht in de Trattoria del Cimino in het centrum van Caprarola.
Meer info over toegangstijden en tickets vind je op de website van het Palazzo Farnese.

Ciao! Wij zijn Carl Buyck en Franka Verhoeyen, initiatiefnemers van Cosiddetto. Via deze blog delen wij onze passie voor Italië en al het moois dat dit bijzondere land te bieden heeft. Als je dit artikel leuk of interessant vond, deel het dan gerust met jouw vrienden of kennissen. Je doet er ons een groot plezier mee. Grazie mille!
3 thoughts on "Palazzo Farnese in Caprarola, een ravissant renaissancepaleis"